|
||||||||||||
versie: 11-09-2016 - redacteuren: Bart FM Droog & Jurgen Eissink
Journalist, docent en dichter.
Probleem is evenwel dat niemand vóór 1985 van deze wedstrijd gehoord had. De enige bron voor het bestaan van die poëziewedstrijd is Michaël Deak, die erover repte in een brief d.d. 14-08-1985 aan literair onderzoeker Frank van den Bogaard. In kranten- en tijdschriften uit 1944 is geen spoor van de wedstrijd aangetroffen.
In een interview uit 2001, gepubliceerd in De Groene Amsterdammer, 10-03-2001, vertellen Deak en Van der Molen aan Joris van Casteren wat er vervolgens gebeurd zou zijn. In 2002 drukt Van Casteren dat interview in een herziene versie af in het boek In de schaduw van de Parnassus. De twee versies zijn fundamenteel verschillend. Commentaar op beide versies staat op deze NPE-pagina: 'Een bewerkt verleden'. Naar eigen zeggen was in 1950 de inspiratie op en schreef Deak geen nieuw werk meer. Hij maakte carrière als journalist en werd adjunct-hoofdredacteur van het tijdschrift Avenue. Michael Deak was medewerker aan Roeping, Criterium (1941-1942), Groot Nederland (1942-1944), Parade der Profeten (1945) en De Gids (1954).
In de bloemlezing:
deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:
![]() Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie © De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012-2016 |
||||||||||||
![]() |
||||||||||||