Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1937                                                      versie: 06-11-2014

Titel:
Met onze dichters.
Een inleiding tot het verstaan van poëzie ten behoeve van het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs
I Natuur en landschap
Samenstelling:
Roel Houwink
Uitgeverij:
W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle
Jaar van verschijning: [1937]
Omvang: 73 p.
Bijzonderheden:
Met 8 illustraties. Bevat 30 gedichten met uitleg, soms met vragen.

 

Google over dit boek

Blijkens het voorwoord 'AAN DE DOCENTEN' (gedateerd 'Zeist, Mei 1936';
p. 7-9) is dit boekje "bedoeld als eerste van een reeks van vier, waarvan de volgende zich zullen bezighouden met gedichten, die betrekking hebben op de gang van het menschelijk leven, met de sociale en de religieuze lyriek", maar de overige delen van de reeks zijn niet verschenen.

 

INLEIDING.

   Wanneer wij ons zetten tot het lezen van gedichten, moeten wij er ons rekenschap van geven, dat wij een gebied betreden, waar de woorden ─ ook die wij in het dagelijks leven gebrui-ken ─ een nieuwe betekenis krijgen.
   De dichter gebruikt de taal op een andere wijze dan wij haar gebruiken, omdat hij er wat anders mee tot uitdrukking wil brengen dan wij in ons spreken en schrijven gewoon zijn.
   Dit is een feit, dat wij goed moeten vasthouden, wanneer wij poëzie willen leren verstaan: al bedient de dichter ─ en in het bijzonder de moderne dichter ─ zich grotendeels van dezelfde woorden, die wij gebruiken, hij bedoelt er iets anders mee.
   Als de dirigent op een jeugd-concert een verklaring geeft van de muziek-stukken, die door het orkest zullen worden gespeeld, zal niemand van de hoorders op de gedachte komen, dat zij de composities, waarover gesproken werd, nu ook kennen. Zij hebben immers slechts aanwijzingen ontvangen om straks beter te kunnen luisteren en zo meer te kunnen genieten van de uit-voering.
   Dit is gemakkelijk te begrijpen, omdat niemand  de  inhoud van een muziekstuk gelijk zal stellen met de woorden, die over die inhoud zijn gezegd.
   En zo kan men ook gemakkelijk begrijpen,  dat de "inhoud" van een schilderij, d.w.z. de voorstelling, die de schilder op zijn doek heeft vastgelegd, niet hetzelfde is als de beschrijving, die ons ervan in de catalogus wordt gegeven.
   Als dit zo was, behoefden wij geen concerten en geen ten-toonstellingen te bezoeken, wanneer wij de schoonheid der muziek en der schilderkunst verlangden te ondergaan; dan zouden wij ons met het toelichtend programma en de beschrij-vende catalogus tevreden stellen!
   Maar nu is het bij de letterkunde in het algemeen, en bij de poëzie in het bijzonder, zo gemakkelijk niet, want daar staat niet het woord tegenover de muziek en tegenover het wisse-lend spel van licht en donker, kleur en lijn, maar daar staan woorden tegenover woorden. En zo kan hier licht de misvatting ontstaan, dat wij met "onze" woorden hetzelfde zouden kunnen zeggen als de dichter met de zijne.
   Zodra wij deze verkeerde mening hebben, is ons de toegang tot het verstaan der poëzie ontzegd. Ook over gedichten kunnen wij slechts "heenwijzend" spreken, zodat wij ze beter leren begrijpen, wanneer we ze straks zelf lezen, en zo er dieper de schoonheid van vermogen te ondergaan.
   Dit "begrijpen" moeten wij niet opvatten in de zin van "weten wat er staat". Het is ongetwijfeld noodzakelijk, wanneer wij gedichten willen verstaan, dat wij weten wat er staat; maar wij menen hier toch met dit begrijpen iets anders: een innerlijk contact, dat ontstaat tussen jezelf en het vers, dat je leest; een warm en blij gevoel, dat herinneringen bij je wakker roept of je plotseling dingen ontdekken doet, soms vlak voor je voet, maar waar je altijd zonder ze op te merken aan voorbij gegaan bent. Als er een vonk overspringt tussen het gedicht en je eigen hart, dan is het in orde, dan heb je contact en dan zul je het vers ineens in zijn geheel, maar misschien ook pas bij stukjes en beetjes gaan begrijpen.
   Het is de bedoeling van dit boekje, en van de reeks boekjes, waarvan dit het eerste is, jullie tot zulk begrijpen de weg te wijzen. Nu nog enkele praktische opmerkingen:
   Literatuurgeschiedenis vindt je op de volgende bladzijden niet; zelfs de namen van de dichters van de besproken gedicht-en zul je, wanneer je die graag weten wilt, in het register moeten opzoeken. Ik heb ze bij de verzen zelf weggelaten, omdat het er voor ons doel niets toe doet wie een bepaald gedicht geschreven heeft, het gaat er alleen om wat het ons te zeggen heeft. Er zijn voldoende andere leerboeken, die je inlichten omtrent het leven en het werk van een aantal der hier vertegenwoordigde dichters en voorzover dat niet het geval mocht zijn, kun je zelf, wanneer je daar lust toe mocht gevoe-len, op onderzoek uitgaan. Waarom zou je alleen postzegels en sigarenbandjes verzamelen, en niet ook gedichten? Van een mooie verzameling gedichten ─ ik heb er een dozijn cahiers mee vol, overgeschreven uit allerlei tijdschriften ─ heb je een leven lang plezier, ook al verbaas je je later wel eens over je "eigen-aardige" smaak. Maar dit is een heel amusante en nuttige bezigheid!
   De vragen, die hier en daar aan de bespreking der gedichten zijn toegevoegd, zijn niet bestemd ─ dat zeg ik er jullie tot je geruststelling maar alvast bij ─ om met antwoord en al uit het hoofd te worden geleerd en dan mondeling of schriftelijk met min of meer succes te worden afgedraaid. Zij willen jullie aandacht richten op bepaalde belangrijke punten ten aanzien van het betrokken gedicht. Het zijn dus ook geen zogenaamde "rhetorische" vragen, waarop geen sterveling enig antwoord verwacht.
   Verwacht wordt, dat jullie zelf ernstig en naar je beste weten die vragen zult trachten te beantwoorden. Wanneer jullie ze tezamen met den leraar of met de lerares in de klas behandelt, zal er géén onbeantwoord behoeven te blijven!

De Schrijver.   

 


Bevat poëzie van
:

C.S. Adama van Scheltema
Th. van Ameide
Frans Bastiaanse
Martien Beversluis
Dr. P.C. Boutens
A.L. Broer
Truus Gerhardt
Ernst Groenevelt
C.J. Kelk
Henriëtte Labberton-Drabbe
Aart van der Leeuw
Marie Metz-Koning
Augusta Peaux
Jan Prins
Johannes Reddingius
Agatha Seger
J.J. de Stoppelaar
Albert Verwey
Is. P. de Vooys
Margot Vos
Marie Vos
Jan J. Zeldenthuis


Namen als in boek.

naar boven

Publicatie onderzocht door: Jurgen Eissink, 2013.
Pagina aangemaakt: 12-02-2014.


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

       

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas