Dichter: Iris Brunia Titel: Laten we mijn lichaam delen Uitgeverij: De Harmonie, Amsterdam Jaar van verschijning: 2013 Omvang: 45 p. ISBN: 9789076168562 Bijzonderheden:
Debuut. Prijs: € 15,90
Een door Iris Brunia gekozen gedicht uit Laten we mijn lichaam delen:
TEGENWOORD
Op deze maandagmorgen, een roerloos interval
tussen hoop en geloof
(mijt onder onze lakens met bloemen van ijs)
want wat het betekent, de moed der wanhoop
hebben we pas eigenlijk begrepen toen
alles over was en nooit begonnen bleek
(lepel je mijn kiwi mee uit, dan zijn we nog even samen)
Er was een moment - ik herinner het me - het duurde
zeker een seconde, dat ik ons kende
Je blies je adem uit door mijn bellenblaas en toen
de zeep een huid vormde om de lucht was ik gerust
Ik geloofde dat er een tijd zou komen dat ik
jouw woorden aan je terug kon geven, gewoon
omdat ik ze niet meer nodig had
maar je zei was je, nu het rookverbod intreedt nemen lichaamsgeuren de overhand. Ik was het
die niet weg bleef en te vroeg kwam
De deur nog op slot
te roestig om met mijn pinpas te openen
toch rook je naar koffiedrab en tapijt
voor ik goed en wel binnen was
Daar waar het gebeurt, vindt zelden iets plaats
Zou het daarom zijn dat een non
non heet, alsof ze niet bestaat?
maar de ogen van moeder overste twinkelden
toen we een sprintje trokken naar de wc
om wie er het eerst was
en zij won en in de lucht sprong
Ze zei een teveel aan schaamte is een gebrek aan zelfspot. Iemand als ik kan zich
alleen afvragen waarom
dit niet beter tot mij doordrong
Jij moest lachen, sprak over de mus die zo lang
in het midden op mijn kussen in de kast lag
tot al het linnen naar de dood rook
omdat ik hem vergeten was
Je zei het vergt slechts tegenwoordigheid van geest
alsof dat niks is