Vooraf (fragment)

"Ogenschijnlijk lijkt de fiets als technisch produkt ver te staan van poëzie. Niets is echter minder waar. de fiets was er nog maar net of De Schoolmeester maakte deze nieuwe vinding al tot onderwerp van een wat badinerend gedicht. Onder de Tachtigers en de daarop volgende generatie waren heel wat fietsenthousiasten (...)

De ontwikkelingsgeschiedenis van het gebruik van de fiets vindt illustratie in de poëzie. Eens was de fiets het vervoermiddel voor de gegoede burgerij en dan vooral een middel tot sportbeoefening. In het begin van deze eeuw werd de fiets steeds meer gemeengoed, ook al werd aanvankelijk nog geprotesteerd tegen fietsende dienstboden en fietsende boodschappenjongens. De fiets werd zo vanzelfsprekend en alledaags dat de dichters er hun belangstelling voor verloren. In de twintiger en dertiger jaren zijn dan ook maar weinig fietsgedichten geschreven.

Toen de fiets zo'n vijftien jaar geleden weer in de belangstelling kwam en zelfs een nieuwe status verkreeg, nam het aantal fietsgedichten toe en er valt zelfs een cor-relatie te zien tussen de jaarlijks naar recordcijfers stijgende fietsverkopen en het aantal fietsgedichten. Ook de wisselende populariteit van de wielersport valt af te lezen uit de fietsgedichten".(...)

Wim J. Simons