Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
redactioneel

versie: 09-03-2015 - redacteuren: Bart FM Droog & Jurgen Eissink
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


D.A. Vorster


Geboren te:
Steenwijk, 25-05-1880
Gestorven te:
Arnhem, 07-12-1953
Volledige naam:
Duco Arris Vorster
Naamsvarianten:
Duco Vorster
Pseudoniemen:
-

Dichter en schrijver van mystieke werken. Studeerde theologie te Leiden. Hij was vrijzinnig hervormd predikant in Oldeberkoop (1905), Renesse (1909), Olst (1912-1924) en voorganger van de afdeling Vrijzinnig Hervormden te Arnhem 1924-1947. Hij bewonderde Henriëtte Roland Holst en Frederik van Eeden, wiens kolonie 'Walden' hij bezocht. Een van z'n kinderen, zijn zoon Jaap, overleed in 1925 op 16-jarige leeftijd. Aan hem droeg hij zijn in 1926 verschenen bundel op.

In Arnhem werkte hij mee aan de landelijke vrijzinnige organisaties, in het bijzonder het jongerenwerk. Als predikant was hij sociaal en pastoraal bewogen, terwijl van zijn preken veel bezieling uitging. Hoewel hij zich niet met spiritisme bezighield, functioneerde hij voor een deel van zijn gehoor als 'medium': door zijn preektrant zagen sommigen hun overledenen als het ware voor zich.

D.A. Vorster schreef de inleiding bij: I.C. Thomson-Wentholt. Kleine fakkels. Bloemlezing, ingeleid door D.A. Vorster. Uitgever van Gorcum & Comp. N.V., Assen, [c. 1930]. Omvang 127 p.(verhalenbundel?).

Hij was betrokken bij de Vereniging van Woodbrokers en de VPRO. Hij nam in 1932 principieel stelling tegen het nationaal-socialisme en de daaraan verbonden rassenwaan.

Het Utrechts Nieuwsblad (10-09-1938, pagina 15) publiceerde het gedicht dat Duco Voster voor de VPRO-radio schreef bij het 40-jarig ambtsjubileum Wilhelmina, getiteld 'Gij koniningin van deze schone landen'. Een paasdgedicht van Vorster staat op de voorpagina van het Vlaamse weekblad 't Getrouwe Maldeghem (24 maart 1940): http://mail.maldegem.be/websitemaldegem/getrmaldegem/1940_03_24.pdf

Vorster behoorde ook tot de medewerkers aan de hervormde gezangenbundel van 1938, al wordt zijn naam daarin niet genoemd. Van zijn zeven bijdragen werd er één (gezang 224) als lied 126 opgenomen in de liederenbundel van de Ned. Protestanten Bond uit 1944, een door Vorster vertaald en bewerkt lied van de Duitse dichter Novalis.

terug naar boven



Dichtbundels:

Het nieuwe getijde. Religieuse verzen. De Tijdstroom, Rotterdam, 1924.

Op uwen drempel. Religieuse verzen. De Tijdstroom, Huis ter Heide, 1926. 63p.

Het lied dat niemand zingen kan. De Tijdstroom, Lochem, [1949].

terug naar boven


In de bloemlezingen:

Poëzie van D.A. Vorster is in deze bloemlezingen aangetroffen.

Verzen van stilte en inkeer. Ploegsma, Zeist, 1927.
Goud, wierook en myrrhe. Ploegsma, Amsterdam, 1951.

terug naar boven


bronnen

Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, auteursoverzicht: D.A. Vorster
Bart FM Droog. 'Duco Arris Vorster (1880-1953)'. De Contrabas, 26-01-2012.
R. Klooster. Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 6, 2006: D.A. Vorster.
Lectuur-Repertorium. Deel 3. A.S.K.B., Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, Antwerpen/Tilburg, 1954.
Het Nederlandsche Boek 1924. Samenstelling Jan Tadema, Joh.C. Brusse, G.F. Callenbach Sr. en I. Noothoven van Goor, Nederlandsche Uitgeversbond, Amsterdam, 1924.
Het Utrechts Nieuwsblad, 10-09-1938, pagina 15.
http://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/kranten/un/1938/0910

Boeken en brieven van, over en aan D.A. Vorster bevinden zich in:
British Library, Londen
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterkundig Museum, Den Haag
Poëziecentrum Nederland

terug naar boven


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:



Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

     


© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012-2015


Webdesign Revan Barlas