Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
redactioneel

versie: 16-04-2014 - redacteur: Bart FM Droog
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


Victor de Meyere


Geboren te:
Boom, 13-04-1873
Gestorven te:
Antwerpen, 27-12-1938
Volledige naam:
Victor Carolus de Meyere
Naamsvarianten:
Victor de Meijere; V. de Meyere; V.C. de Meyere.
Pseudoniemen:
Alaric van Linden; Armand van Nieuwlandt; Arthur Wittock

Foto: Victor de Meyere, 20-10-1900. Fotograaf: Arthur Verbeeck.
© Letterenhuis Antwerpen


Dichter, prozaïst en sprookjes - en volksverhalenverzamelaar. Studeerde aan het Koninklijk Atheneaum te Antwerpen. Kwam aldaar in 1900 'in dienst van het stadsbestuur' (= gemeenteambtenaar). Was voorzitter van 'Pol de Mont-Hulde'. Gehuwd geweest met I. Thijs (1895-c. 1899) en met Anaïs de Meyere-Janssens. Bewonderde Pol de Mont en was bevriend met o.a. Lode Baekelmans, Stijn Streuvels en Karel van de Woestijne.

Vanwege slechte kritieken op zijn laatste twee bundels (uit 1904) en een plagiaatbeschulding, zou hij daarna geen dichtbundels meer gepubliceerd hebben¹, ².

Karel van de Woestijne (in een brief aan uitgever C.A.J. van Dishoeck, 25-01-19063):

'Nieuws nu over De Meyere. Het is, helaas, wáar dat hij plagiaat op groote schaal heeft gepleegd.[4] Het is echter éven waar dat de beschuldiger kwade bedoelingen heeft gehad.

U kunt wel denken dat heel de redactie daar ruim over gecorrespondeerd heeft; waar de éenen de Meyere onmiddelijk uit ons midden bannen wilden en over boord gooien, vonden anderen weêr dat we hem den tijd laten moesten zich te verrechtvaardigen. Tot dit laatste is besloten: ik heb heden morgen aan de Meyere geschreven, om hem te vragen wat hij van plan was te doen tegenover de beschuldiging van plagiaat. Bekent hij, dan zal hij zelf genoeg eer-gevoel hebben om zijn ontslag te nemen ('tgeen nog geen plaats had, wat ook een Antwerpsch smousje in de N.C. hebbe gezeid [5]); loochent hij, dan vinden wij wel middel om de Meyere te bewijzen dat hij bij ons in de redactie niet blijven kan, en geen recht meer heeft over het eerlijk werk van anderen te oordeelen...

Wat nu die nieuwe plagiair mag zijn: dat zal vooralsnog 't geheim zijn van 't Joodje - een meneer die we in Vlaanderen al dikwijls geweigerd hebben, en dien ik ál te goed ken, daar hij mijn makker was aan de Universiteit -. Misschien is hij het zélf wel![6]'
Het boek waaruit De Meyere geplagieerd had was Le Chariot d'Or. Volgens Peter Theunynck, die in 2000 de affaire heronderzocht, had De Meyere grote stukken eruit vertaald en als eigen werk in zijn bundel De Avondgaarde gepubliceerd.

In de laatste editie van Gerrit Komrij's Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten (2004) zijn twee van De Meyeres verzen uit De Avondgaarde opgenomen, op blz 639 en 640. Het is onbekend of die tot het plagiaatmateriaal behoren.

'De Meyere werd vooral belangrijk als volkskundige. Hij beijverde zich voor de totstandkoming van het Museum voor Folklore te Antwerpen, waarvan hij conservator werd. Zijn werk op dit terrein leverde het standaardwerk De Vlaamsche vertelschat (4 dln, 1925-1927) op en de monografie Vlaamsche volkskunst (1934).7'

Redacteur van De arbeid. Maandschrift voor literatuur en kunst (blad bestond van 1898-1902) en van Vlaanderen (1903-1907). Medewerker aan Van Nu en Straks.





[4] Victor de Meyere zou in zijn dichtbundel Avondgaarde uit 1904 de Franse dichter Albert Samain (1858-1900) hebben geplagieerd. Van de Woestijnes latere huisvriend Joris Eeckhout maakte dit in januari 1906 bekend in het artikel 'Victor de Meyere en Albert Samain in het tijdschrift De Groene Linde. In onder andere de aflevering van maart-april van de Mercure de France en in het Nieuwsblad van 23 januari 1906 werd de kwestie genoemd. (Vgl. ook De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen. Brieven en documenten (ed. G.H. 's-Gravesande), Brussel [enz.][1962], p. 91-94.).

[5] Van de Woestijne doelde op de correspondent van het Haagse dagblad De Nieuwe Courant Marten Rudelsheim (1873-1920). Rudelsheim was tevens medewerker van Den Gulden Winckel en werkzaam bij de Stadsbibliotheek Antwerpen. Hij publiceerde op 19 januari 1906 in De Nieuwe Courant onder de titel 'Letterdieverij' een brief (gedateerd 14 januari) over de plagiaatkwestie. Hij suggereerde dat De Meyere ontslag als redacteur van Vlaanderen zou nemen.

[6] Rudelsheim besloot zijn artikel met de zin: ‘En, intusschen kan ik nu reeds meedeelen dat binnen korten tijd een ander geval van plagiaat door een Vlaamsche dichter, maar ditmaal op een Duitscher gepleegd, zal bekend worden gemaakt.’ Wie deze dichter was is niet bekend.















































LOOFVUREN

Als het avondt, half September,
   Om de dorpen, rommedom,
Door het waas der avondscheemring,
   Smookend, knettrend vuur alom!

Op het land, na duchtig werken,
   Viert men vreugd met luid gezang
En 't patatten-loof het vuurt er
   Overal met hooge vlam.

Groot en spokend zie 'k de schimmen
   Van het zingend boerenvolk
Om de vuren weemlen, woelen,
   Rood-belaaid en zwart-omwolkt.

O ik zie, zóo ver ik zien kan,
   In dien spokerigen schijn,
't Boerenvolk al springend, dansend,
   Dol en wild rumoerend zijn!


Victor de Meyere
Uit: Verzen, 1894 (deze versie uit de bloemlezing Onze dichters. Meulenhoff & Co., Amsterdam, 1909.

terug naar boven



Dichtbundels:

Verzen. Omslag- en tekstversieringen van Victor Hageman.  De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1894. Omvang: 59 p.
Integraal op: http://www.dbnl.org/tekst/meye015verz01_01/

Werk van Stijn Streuvels, Victor de Meyere, Karel van de Woestijne. Versierd door Juul de Praetere. [s.n.], [Antwerpen], 1899. Omvang: 128 p. Drukker: Buschmann, Antwerpen. Bevat: Lente van S. Streuvels. Gunlaug en Helga van V. de Meyere  en Kronos. Fragment van K. van de Woestijne.

Metter Sonnewende. Sonnetten. [Van Jeannette Nyhuis, Victor de Meyere, Herman Teirlinck en  Fern Toussaint].  Met voorrede van Willem Kloos, een antwoord daarop van Prosper Van Langendonck en ornamentaties en stafletters van Jacobyne Nyhof. [s.n.], Geeraardsbergen : [s.n.], [1900]. Omvang 72 p. Bron datering: Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Als jaartal ook gemeld: 1899.

Gunlaug en Helga. [s.n.] Antwerpen, 1899 [toneel in versvorm].

De avondgaarde. Verzen. Van Romburgh [etc.], Utrecht [etc.], 1904. Omvang: 84 p. Elegieën. Sommige bronnen berichten: 1903. Bestaat deels uit geplagieerd werk van de Franse dichter Albert Samain.

Het dorp. [Met houtsneden van de schrijver in hout gestoken en gekleurd]. H. van Romburgh/C.A.J. van Dishoeck/P.L. Van Melle, Utrecht/Bussum/Antwerpen, 1904. Omvang 117 p. Oplage 200 ex.

terug naar boven


Bloemlezingen:

Door Victor de Meyere samengestelde bloemlezing:

Prudens Van Duyse. Gedichten van Prudens van Duyse. Verzameld en ingeleid door Victor de Meyere. 2 Delen. Deel I. Uit de werken tijdens zijn leven verschenen. Deel II: Uit de nagelaten gedichten. De Seyn-Verhougstraete/Van Dishoeck, Aalst/Bussum, 1907. Omvang, deel 1: XXVIII-210 p.; deel 2: VII-239 p.
Prudens van Duyse (1804-1859).

Pol de Mont. Zomervlammen. Verzen. Met voorwoord van Victor de Meyere. Sijthoff, Leiden, 1922. Omvang 200 p. Oplage 100 genummerde en gesigneerde exemplaren. Eén bron beweert dat dit boek ook door De Meyere is samengesteld - onbekend of dit klopt.

Poëzie van Victor de Meyere is in deze bloemlezingen aangetroffen:

Domela Nieuwenhuis Gedenkboek. S.L. van Looy, Amsterdam, 1904.
Vlaamsche Oogst. S.L. van Looy, Amsterdam, 1904.
Onze dichters. Meulenhoff & Co., Amsterdam, 1908.
Verzen van Noord- en Zuid-Nederlandsche Dichters. Tjeenk Willink, Zwolle, 1908 (3de hrz. druk).

Verzen van Noord- en Zuid-Nederlandsche Dichters (1875-1918). Tjeenk Willink, Zwolle, 1919 (5e herziene druk).

Spiegel van de Nederlandsche poëzie door alle eeuwen. De Spieghel, Amsterdam, 1939.

Spiegel van de Nederlandse poëzie. Dl. 1: 1100-1900. Meulenhoff, Amsterdam, 1955 (3e herziene druk).

Spiegel van de Nederlandse poëzie, dl 2. Meulenhoff, Amsterdam, 1965 (5e herziene druk).

Poëziebrevier. De Fontein, Baarn, 1981.

Dichten over dichten. Contact, Amsterdam, Antwerpen, 1994.
Voor verwende smaken. Meulenhoff/Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 1996.

Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 2004.

terug naar boven



bronnen

Peter Theunynck. 'Vlaanderen in de ban van het plagiaat'. P. 85 t/m 105 in: Vrienden en wapenbroeders. Jaarboek V van het Stijn Streuvels Genootschap. Lannoo, Tielt, 2000. Integraal online op Google Books.
DBNL: Victor de Meyere
¹ Paul de Keyser. Victor de Meyere. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1950-1951. E.J. Brill, Leiden 1952
G.J. van Bork & P.J. Verkruijsse (red.). De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. De Haan, Weesp 1985: Victor de Meyere.
7 G.J. van Bork en J. Vercammen. Schrijvers en dichters (dbnl biografieënproject I). DBNL, Leiden, 2009: Victor de Meyere.
Lectuur-Repertorium. Deel 1. A.S.K.B., Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, Antwerpen/Tilburg, 1952.
² Jan Venderickx. www.schrijversgewijs.be: Victor de Meyere.
3 Karel van de Woestijne. 'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929 (editie Leo Jansen en Jan Robert). Letterkundig Museum, Den Haag / Bas Lubberhuizen, Amsterdam 1997. Online op DBNL.

Boeken en brieven van, over en aan Victor de Meyere bevinden zich in:
Koninklijke Bibliotheek, Brussel
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterenhuis Antwerpen
Poëziecentrum Gent

terug naar boven

deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:
Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie




© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012


Webdesign Revan Barlas