|
||||||||||||||
versie: 08-10-2015 - redacteur: P.J. Bakker
Zoon van Eliazer van Collem en Jetta Vroman. Gehuwd te Amsterdam op 20 augustus 1890 met Henriette Prins, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg. Abraham van Collem overleed op vrijdag 3 november 1933 te Heemstede.
Hij is begraven op de Joodse Begraafplaats (graf C-77-29) aan de Googweg in Muiderberg.6 Over A. van Collem
J. Meijer. ‘Mozes, Marx of de Muze’, in: Waar wij ballingen zijn (1968), p. 35-55;
J. Meijer. Ventende profeet, het Joodse dichterschap van A. van Collem (1980).
Ph. van Praag, ‘Collem, Abraham Eliazer van’, in: Biografisch Woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland, dl. 3 (1988), p. 29-31.
Van stad en land. W.L. & J. Brusse, Rotterdam, 1906. 90p.
Drie verzen voor Richard N. Roland Holst. Naar aanleiding zijner nieuwe wandschilderingen in den A.N.D.B. Fortuyn, Amsterdam, 1913. 7 p. Liederen. Deel 1. Liederen van huisvlijt. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1917. 100p.
Liederen. Deel 2. Liederen der gemeenschap. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1918. 94p.
Liederen. Deel 3. Opstandige liederen. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1919. 104p.
Nieuwe liederen der gemeenschap. Deel 4. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1920. 78p.
Van God en de natuur. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1921. 90 p. Online op DBNL.
Liederen der gemeenschap. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1922. 72 p.
Van de nieuwe gemeenschap der menschen. Een gedicht. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1924. 91p. Online op DBNL. Op rug en omslag: "A. van Collem. Verzamelde gedichten."
De soldaten. Een visioen. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1927. 23p. Online op Delpher.
God. Een gedicht. Querido, Amsterdam 1930. 99p.
Bloemlezing uit de gedichten. Samengesteld door E. Vos-van Collem. Met een woord vooraf van Henriëtte Roland Holst. Querido, Amsterdam 1932. 72 p.
Online op: http://www.dbnl.org/tekst/coll001evos01_01/ Een bloemlezing uit zijn gedichten. Samengesteld door Adriaan Morriën. Van Oorschot, Amsterdam 1955. 139p.
Bloemlezingen: Dichters na '80. Tjeenk Willink, Zwolle, 1922. Moderne lyriek. Bigot en Van Rossum, Amsterdam. [1935]. Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste druk). Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992. 6e editie.
deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:
De Nederlandse Poëzie Encyclopedie heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Aan hen die desondanks menen aanspraak te maken op enig recht, wordt verzocht contact op te nemen met de redactie.
© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013 |
||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||