Dichter: Daan Doesborgh Titel: De Venus suikerspin Uitgeverij: De Contrabas,
Utrecht / Leeuwarden Jaar van verschijning: 2010 Omvang: 47 p. ISBN: 978-90-79432-29-5 Bijzonderheden:
Officieel debuut
Een door Daan Doesborgh gekozen gedicht uit De Venus suikerspin:
Man van rabarber
Mijn voeten zijn slepende moordmachines
van slijten en buigen
slijten en verschuiven, kraken
slijten en vouwen en kreuken
Mijn hoofd is een plooienpot.
een mondjesmaat gewatteerde schedel
een stormram van zorg
een gemsbok van koppige donder
dus laat maar
ik ben een man van rabarber
een ring van stenen als een klok
rond mij neergelegd
ik ben een moederstuinen man
ik ben van vaders herfstbladeren
de bolsters van mijn broer tot naald
aaneen genaaid
Ik ben je lappenpop om weg te gooien
laat maar
ik ben een man van rabarber,
laat maar, nu hoeft het al niet meer.
Mijn handen hadden met de jouwe willen praten
ik had mijn wanten in je mond willen stoppen
waar je speeksel en je kaken ze tot karbonades
hadden kunnen maken
ik had nog zoveel willen zeggen maar ik
ik ben een sneeuwpop van zwijgen
ik ben een man van half af
ik ben een man van achteraf
dus je zei ga maar
jij bent een man van rabarber
hier heb je zeilen van krantenpapier
hier zijn mijn elektrische beloftes om mee te nemen
als je gaat kom ik je met stoffer en blik achterna
ga maar
ik zal je voetstappen snel van de stoeptegels vegen
heus niet om mijn dorp van je schoon te maken nee
maar om ze liefdevol te bewaren
want weet je
ik ben een vrouw
van een man van rabarber
ik ben een meisje van bamboe
wie luistert naar mijn ruisen meent daar woorden in te kennen
maar wie luistert naar mijn ruisen hoort