Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1987                                                      versie: 09-09-2013

Titel:
Het geld dat spant de Kroon.
250 jaar pecuniaire poëzie
Bijeengebracht en ingeleid door:
Gerrit Komrij
Uitgeverij:
F. van Lanschot Bankiers NV,
's-Hertogenbosch
Jaar van verschijning: 1987
Omvang: 95 p.
ISBN: 90 900 1460 8
Colofon: Het geld dat spant de Kroon werd in 1987 ter gelegenheid van het tweehondervijftigjarig bestaan van F. van Lanschot Bankiers N.V. te 's-Herto-genbosch, voor haar uitgegeven door Uitgeverij De Bezige Bij te Amsterdam.
Zet- en drukwerk werd verzorgd door de Koninklijke drukkerij G.J. Thieme B.V. te Nijmegen.
Het bind- en brocheerwerk was van Boekbinderij Callenbach en Boekbinderij Van den Burg.
Het papier werd geleverd door Modo/Van Gelder.
De boekverzorging was in handen van Frits Stoepman.

 

 

 

 

Google over dit boek

 
 

Wij bieden U deze bloemlezing aan ter gelegenheid van ons 250-jarig jubileum.
 
De door Gerrit Komrij voor deze bundel verzamelde gedichten hebben alle - min of meer rechtstreeks - betrekking op geld. Door de eeuwen heen is dit prozaïsch goed voor velen aanleiding geweest tot poëtische ontboezemingen, al dan niet verheven.

Voor een aantal dichters is en blijft geld het slijk der aarde, ook in het huidige tijdsgewricht. Een sprekend voorbeeld is de op ons verzoek door Martin Veltman geschreven villanelle, die moge dienen ter inleiding op Het geld dat spant de Kroon, 'pecuniaire poëzie' sinds 1737, het jaar waarin ons bedrijf zijn oorsprong vond.
 
      Raad van Bestuur
      F. van Lanschot Bankiers N.V.

 
 

De laatste strofe van genoemde villanelle:

   De bank is op de beurs de wilde held
   steeds als de koersen mij de winsten schonken.
   Ik ruik mijn zweet; het is de geur van geld,
   dat is te vinden op de vuilnisbelt.
 
        Martin Veltman
        Amsterdam, 2 oktober 1986

 

 

 

Uit het 'VOORWOORD' door Gerrit Komrij:

't Heeft nooit erg willen boteren tussen geld en poëzie. Als we ervan uitgaan dat alles wat de mens bezighoudt op een of andere manier zijn neerslag vindt in zijn kunstuitingen, en in de wetenschap dat het alleen oorlog, liefde en geld zijn die hem bezighouden, dan komt de laatste obsessie er in de dichtkunst maar bekaaid af. (...)

Dat 'het geld de Kroon spant' en 'een wonder ding' is waarop iedereen wacht, dat thema had (...) al lang een plaats in de poëzie gevonden voor de periode van tweehonderdvijftig jaar die deze bloemlezing bestrijkt. 'Van dichten comt mi cleine bate.' In de eeuwen daarna zouden, om de baat te vergroten, einde-loze stromen gelegenheidsverzen, verjaarsdichten, bruiloft- en grafzangen de wereld in worden gegoten. Maar men verzuimde de poëtische les die het geld ook had kunnen bieden - 'geld maakt van vierkant rond, geld kan Paleizen bouwen' - in praktijk te brengen. Het bleef, met hier en daar een uitzondering, vier-kant-houterige dichtkunst van 't eenvoudige stulp-niveau. (...)

 


  Bevat poëzie van
:

 

  Gerrit Achterberg
C.S. Adama van Scheltema
Hieronymus van Alphen 1746-1803
Anoniem [6x]
Harmanus Asschenbergh 1726-1792
Nicolaas Beets
A. Belinfante Jr.
Willem Bilderdijk 1756-1831
H.Th. Boelen 1825-1896¹
A.J. ten Brink
Remco Campert
Hugo Claus
T. van Deel
J.M.E. Dercksen 1825-1884
Trijntje Fop
P.A. de Genestet 1829-1861
Ida Gerhardt²
Guido Gezelle 1830-1899
Marnix Gijsen
Maurice Gilliams
J.J.A. Goeverneur 1809-1889
Herman Gorter
Frans Greenwood 1680-1760
Jacob Israël de Haan
Abraham de Haen 1707-1748
Frans de Haes 1708-1761
Willem van Haren 1710-1768
Jac. van Hattum
J.P. Heije 1809-1876
Han Hoekstra
Ed. Hoornik
Balthazar Huydecooper 1695-1778
Willem van Iependaal
Petrus Johannes Kasteleijn 1746-1794
J.J.L. ten Kate 1819-1889
H.W.J.M. Keuls
Pieter Langendyk 1683-1756
J. van Lennep 1802-1868
J.H. Leopold
Gerrit van de Linde Jzn. 1808-1858
J.D. Lodeesen 1791-1873
A. Loosjes Pz. 1761-1818
Cornelis Loots 1765-1834
Jan Luiken² [1649-1712]
A. Marja
B. van Meurs
Richard Minne
Johan Andreas Dèr Mouw
Multatuli 1820-1887
Martinus Nieuwenhuijzen 1759-1793
B. Nieuwenhuizen² [1771-1840]
Cees Nooteboom
Johan van Nyenborgh³ c.1620-c.1670
J. van Oosterwijk Bruyn 1794-1874
Pieter van Os Jr. [1835-1897]
G. Outhuys 1773-1835
Lucas Pater 1707-1781
J. Pietersen van Rems [1806?-1866?]
A. Roland Holst
Rob Schouten
Koos Schuur
J.H. Speenhoff
A.C.W. Staring 1767-1840
Simon Stijl 1731-1804
Kees Stip
H. Tollens Cz. 1780-1856
Benjamin Trakranen [c.1897?-?]
Martin Veltman
Koos J. Versteeg
Albert Verwey
Simon Vestdijk
Hans Vlek
Leo Vroman
Hans Warren
Riekus Waskowsky
Erich Wichman
P.G. Witsen Geysbeek 1774-1833
W.J. van Zeggelen 1811-1879

 

    Data tussen [ ] door NPE toegevoegd.
    ¹ Komrij vermeldt per abuis als sterfjaar 1900.
    ² Poëzie als voorbeelden opgenomen in de inleiding.
    ³ Gedicht door Komrij opgenomen als motto.

 Namen als in boek. Dichters gestorven vóór 1900 vallen buiten het NPE-onderzoek.

 

terug naar boven

 

 Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog / Jurgen Eissink, 1999 / 2012.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

 



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012

Webdesign Revan Barlas