Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1982                                                      versie: 27-03-2015

Titel:
Ik wou dat ik twee hondjes was
Nederlandse nonsens-
en plezierdichters
van de twintigste eeuw
Bijeengebracht en ingeleid door:
Vic van de Reijt
Uitgeverij:
Bert Bakker, Amsterdam
Jaar van verschijning: 1982
Omvang: 183 p.
ISBN: 90 6019 848 4
Bijzonderheden:
Omslagontwerp Rick Vermeulen, Hard werken
Omslagillustratie Hedy Gubbels
Typografie Max van Os
Druk Rotatieboekendruk B.V.

Google over dit boek


Drukgeschiedenis

2de druk 1982
3de verbeterde druk 1982
6de vermeerderde druk 1983
8ste druk 1985
9de druk 1986, 184p
10de druk 1986
11de druk 1987
12de druk 1989
13de druk 1992

14de druk bij Ooievaar Pockethouse 1994
15de druk 1994
16de druk 1994
18de druk 1997
20ste herz. en uitgebr. druk bij Bakker 2003
22ste druk 2004
25ste druk 2011 bij Prometheus



 

  EEN WAARSCHUWING VOORAF (fragmenten)

Wie in deze bloemlezing alle onzinnige poëzie de de laatste tachtig jaar wil vinden, komt bedrogen uit. In deze bundel is slechts de nonsenspoëzie verzameld die uitdrukkelijk als zodanig is bedoeld. (…)

(…) De nonsensdichter neemt een loopje met de hele poëzie, met de taal, het rijm, de werkelijkheid, maar vooral met zichzelf en zijn collega's. (…) Een nonsensdichter is nooit moralistisch. Vele zich humorist wanende Nederlandse dichters verstoppen een wijze les in hun verzen. Zo gauw ik iets van een dergelijke bevoogding proefde, liet ik dit gedicht uit mijn selectie weg. Een uitzondering maakte ik, als het moralisme werd geïroniseerd (Vroman) of door de kolder geneutraliseerd (Charivarius). (…)

Hoewel ook in de eerste decennia van deze eeuw nonsensikale poëzie geschreven is, ligt het hoogtepunt van het genre in de jaren vijftig. Om precies te zijn: in de periode 1952-1961, waarin maar liefst vijf verschillende bloemlezingen verschenen.

De speelse muze (1952) en De lichte muze (1956) van Jaap Romijn; Nederlandse nonsens op rijm van Daniël de Lange (1953); Ongerijmde rijmen van Michel van der Plas (1954¹,² , 1956³); Het gevleugelde hobbelpaad van C. Buddingh' (1961). In 1952 verscheen ook het eerste deel van The Penguin Book of Comic and Curious Verse en de studie van Elizabeth Sewell The Field of Nonsense. Een Nederlands essay verscheen van E. Morpurgo De nonsens-poëzie (1960).

In deze jaren schrijft Annie M.G. Schmidt haar verzen voor kinderen en volwassenen, wordt Buddingh' beroemd met zijn Gorgelrijmen en bezorgt Kees Stip De Dierkundige Dichtoefeningen van Trijntje Fop. Er verschijnen vier bundels van Daan Zonderland, naast de debuten van Michel van der Plas en John O'Mill.

Dertien maal komt een humoristisch tijdschrift in pocketvorm uit: Mallenmolen, de opvolger Mandril. De Arbeiderspers en De Bezige Bij specialiseren zich in Humor-Boeken, met de befaamde geplastificeerde omslagen.
Kortom: Wie zei dat je in de Koude oorlog niet kon lachen?

(…)

In navolging van Michel van der Plas en C. Buddingh' (die weer de Engelse bloemlezing van J.M. Cohen hadden nagevolgd) heb ik deze bundel thematisch ingedeeld. (…)

De gedichten zijn, voorzover nodig, overgebracht in de huidige spelling en zoveel mogelijk afgedrukt naar de eerste uitgave in boekvorm. Bij varianten (bijv. bij Michel van der Plas) koos ik voor de laatste editie. (…)

Deze bloemlezing streeft naar volledigheid: van Breemer tot Knepper. Wie Speenhoff, Huizinga, Pola en Gaaikema mist, vergist zich. Over Jos Brink hèbben we het niet eens. (…)


Vic van de Reijt

NASCHRIFT

Bloemlezen in Nederland is ingewikkelder dan men denkt. Men stuitte op botte weigeringen (Annie M.G. Schmidt) en fraaie redeneringen: zo vindt de een dat ik te veel en de ander(Maurits Mok) dat ik te weinig verzen van hem heb opgenomen. Gerard Reve weigerde zijn 'Koninklijke goedkeuring' omdat hij slechts bij zijn vaste uitgevers publiceert (De Bezige Bij, Van Oorschot, Rap, Athenaeum, Polak & Van Gennepo, Elsevier, Veen, De Prom enz.). L.Th. Lehmann weigerde toestemming voor 'Selfmade man' en 'Gesprek tussen twee muizen': hij heeft 'geen zin meer' in de literatuur. Kees van Kooten ging niet accoord met het opnemen van twee versjes uit de Bescheurkalender. En mevrouw Funke-Bordewijk tenslotte wil haar vaders poëzie, verschenen onder het pseudoniem Ton Ven, niet opnemen in het Verzameld Werk, dus ook niet in deze bloemlezing.

Overigens ben ik van mening dat het recht op bloemlezen in de grondwet moet worden opgenomen.

VvdR

 

Bevat poëzie van:

G.B. Alberts
Joh. C.P. Alberts
Anoniem
Theo van Baaren
Frans Babylon
Battus
Ad die Beste
Corobalt Blomhert
Jan Boerstoel
Godfried Bomans*
Karel Bralleput
Jopie Breemer
C. Buddingh'
Charivarius
Jan de Cler
J.H. Daams
Jules Deelder
Hans Dorrestijn
Jan G. Elburg
H. Eldermans
Willem Elsschot
Trijntje Fop
J. Goudsblom
J. Greshoff
Rudi ter Haar
Jan Hanlo
Jac. van Hattum
Alex van der Heide
Toon Hermans
Han G. Hoekstra
Jan van der Hoeven
Theodor Holman
Willem van Iependaal
Jan Kal
Rob Kat
Hans J.F. Kemming
Simon Knepper
Gerrit Komrij
A. Koolhaas
Alfred Kossmann
Rudy Kousbroek
Johnny Kraaykamp
Tim Krabbé
Jantje van Leye
P. Lichtveld
Rudie van Lier
Lucebert
A. Marja
Richard Minne
Frits Müller
Frans Muller
Coos Neetebeem
Peter Nieuwint
John O'Mill
Paul van Ostaijen
Drs. P
N.E.M. Pareau
E. du Perron
Michel van der Plas
Karel van het Reve
Vic van de Reijt
A. Roland Holst
Griet Rijmrok
J.C. van Schagen
Carel C. Scheefhals
Nico Scheepmaker
J.M.W. Scheltema
K. Schippers
Koos Schuur
Thomas Slackenmeel
J. Slauerhoff
Henk Spaan
Eric van der Steen
Kees Stip
Hans van Straten
Igor Streepjes
Charles Timmer
Koos J. Versteeg
S. Vestdijk
Cornelis Veth
Simon Vinkenoog
Hendrik de Vries
Leo Vroman
Lévi Weemoedt
Erich Wichman
Willem Wilmink
Driek van Wissen
Ivo de Wijs
Daan Zonderland




Namen als in boek.
* Bijdrage van Godfried Bomans is het door Michel van der Plas vervaardigde 'Spleen' (Ik wou dat ik twee hondhjes was - zie 'Ik wou dat ik twee hondjes was'.

Battus - pseudoniem van Hugo Brandt Corstius
Ad die Beste - pseudoniem van Th. Sontrop
Corobalt Blomhert - pseudoniem van C. Buddingh'
Karel Bralleput - pseudoniem van Simon Carmiggelt
Trijntje Fop - pseudoniem van Kees Stip
Rob Kat: Adri Phormaat - pseudoniem van Rob Kat; in het boek staat de bijdrage van 'Adri Phormaat (uit Opperlandse taal & letrterkunde, 1981) onder de naam 'Rob Kat' vermeld.
Jantje van Leye - pseudoniem van Ad. C. Killian
Coos Neetebeem - pseudoniem van H.H. Poltzer, beter bekend als Drs. P
Griet Rijmrok - pseudoniem van Gerrit Komrij
Carel C. Scheefhals - pseudoniem van Barend de Goede
Thomas Slackenmeel - pseudoniem van Cor Block
Igor Streepjes - pseudoniem van n Peter Verstegen

naar boven

Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog, 2015.
Eerste versie: 27-03-2015


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:



Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

     

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2015

Webdesign Revan Barlas