Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1972                                                      versie: 09-03-2017

Titel:
Is deze ook goed meneer?
De evergreen in de Nederlandse poëzie
Samenstelling:
C. Buddingh'
Uitgeverij:
Bert Bakker, Den Haag
Jaar van verschijning: 1972
Omvang: 236 p.
ISBN: 90-6019-223-0
Bijzonderheden:
Eerste druk september 1972
Prijs: fl. 6,25.
Tweede druk maart 1974
Derde druk januari 1978
Bert Bakker Bloemlezing
Ooievaar nr 264, 265, 266



Google over dit boek


In derde druk:
Omslag en verzorging Rudo Hartman | Den Haag
Druk Van Boekhoven-Bosch | Utrecht

Inleiding | Dichters | Titels/beginregels gedichten | Besprekingen


Inleiding [fragmenten]

Bloemlezers zijn over het algemeen mensen die, hoewel ze met reeds bekend materiaal werken, toch naar oorspronkelijkheid streven. De evergreen wordt door hen zoveel mogelijk geschuwd – ten onrechte, mijn inziens. Luistert u maar eens naar een platenverzoekprogramma. En wat hoort u? Het ene onbekende muziekstuk na het andere? Integendeel: vokale en instrumentale werken en werkjes, die al tot in den treure op de plaat zijn vastgelegd en zeker wekelijks door een of ander radiostation worden uitgezonden.

De mens zoekt het vertrouwde, niet alleen in de muziek, ook in de poëzie. Daarom was ik meteen enthousiast, toen de uitgever bij mij kwam met het idee, een anthologie samen te stellen van die gedichten die iedere nederlander kent en heb ik mij graag met de samenstelling ervan belast. Hier, in deze bloemlezing vindt u, waarde lezer, de nederlandse klassieken: van Joost van den Vondel tot M.A. De Wijs-Mouton, van Lucebert tot Koos Speenhoff.

(...)

Bij de keuze, die ik heb gemaakt, was ik natuurlijk aan een bepaalde omvang gebonden, zodat [sommige lange?] gedichten, die stellig ook typische evergreens zijn, geen plaats hebben kunnen vinden. Ik wilde van geen enkele dichter meer dan twee verzen opnemen. (…)

Waar het de dichters van onze tijd betreft, was de keuze uiteraard moeilijker, omdat hier de befaamde schifting door de tijd nog niet heeft plaatsgevonden. Maar bepaalde gedichten, als Luceberts Ik tracht op poëtische wijze, Remco Camperts Een neger uit Mozambique en Leo Vromans Vrede springen er ook hier toch wel duidelijk uit, al zullen we natuurlijk moeten afwachten of men er over vijfentwintig of vijftig jaar nog zo over zal denken.

Wat de spelling betreft: omdat dit een bloemlezing is, bestemd voor een breed publiek, heb ik de spelling van oudere gedichten zoveel mogelijk aan de huidige aangepast, voor zover dit met aard, toon, klankkleur en ritme van het betreffende vers viel te rijmen. (…)

[Cees Buddingh']



naar boven


Bevat poëzie van:

Bertus Aafjes
Gerrit Achterberg
C.S. Adema
     van Scheltema¹
Adwaita
Hieronymus van Alphen
      (1746-1803)
Hans Andreus
Nicolaas Beets
Willem Bilderdijk
     (1756-1831)
Gerbrand Adriaenszoon
     Bredero (1585-1618)
P.C. Boutens
Buddingh', C.
Jan Campert
Remco Campert
Dirk Rafaelszoon
     Camphuysen
     (1586-1627)
Jacob Cats (1577-1660)
Charivarius
René de Clercq
A.E. van Collem
Anthonie Donker
Anton van Duinkerken
Frederik van Eeden
Clara Eggink
Willem Elsschot
Jan Engelman
P.N. van Eyck
Henk Fedder
Rhijnvis Feith
     (1753-1824)
Trijntje Fop
P.A. de Génestet
     (1829-1861)
Ida M. Gerhardt
Guido Gezelle
     (1830-1899)
Marnix Gijsen
Herman Gorter
Geerten Gossaert
Guillaume van der Graft
J. Greshoff
Jacob Israël de Haan
Jan Hanlo
Jan Pieter Heije
     (1809-1876)
F.L. Hemkes
     (1854-1887)
Han G. Hoekstra
P.C. Hooft (1581-1647)
Ed. Hoornik
Constantijn Huygens
     (1596-1687)
Willem Kloos
Gerrit Kouwenaar
Kasper Friedrich Lossius
     (Duits, 1753-1817)
E. Laurillard
Aart van der Leeuw
J.H. Leopold
Hans Lodeizen
Rosalie Loveling
     (1834-1875)
G.W. Lovendaal
Lucebert
Jan Luyken (1649-1712)
H. Marsman
Pol de Mont
Multatuli (1820-1887)
M. Nijhoff
Jan van Nijlen


J.C. Noordstar
Paul van Ostaijen
Piet Paaltjens (1835-1894)
François Pauwels
Jacques Perk (1859-1881)
E. du Perron
Hubert Korneliszoon Poot
     (1689-1733)
E.J. Potgieter (1808-1858)
Jan Prins
Jacobus Revius
     (1586-1658)
Albrecht Rodenbach
     (1856-1880)
A. Roland Holst
Henriëtte Roland Holst
J.C. van Schagen
J.M.W. Scheltema
De Schoolmeester
     (1808-1858)
J.J. Slauerhoff
J.H. Speenhoff
A.C.W. Staring
     (1767-1840)
Valerius (c. 1575-1625)
M. Vasalis
Albert Verwey
Joost van den Vondel
     (1687-1679)
Hendrik de Vries
Leo Vroman
Jacqueline E.
     van der Waals
J.W.F. Werumeus Buning
M.A. De Wijs-Mouton
Karel van de Woestijne



Namen als in boek. Niet-Nederlandstalige en/of vóór 1900 gestorven dichters vallen buiten het NPE-onderzoek.
¹ Als in boek; correcte spelling is: C.S. Adama van Scheltema.

naar boven


Titels/beginregels van de opgenomen gedichten

Aan de sonnetten – Jacques Perk (1859-1881)
Aan d'oever van een snelle vliet – Dichter onbekend¹, circa 1800
Afscheid van Amsrterdam – Bertus Aafjes (1914-1993)
Akkerleven – Hubert Korneliszoon Poot (1689-1733)
Angst – Ed. Hoornik (1910-1970)
Autobiografisch grafschrift – J.J. Slauerhoff (1898-1936)
Ballade van den boer – J.W.F. Werumeus Buning (1891-1958)
Ballade van den katholiek – Anton van Duinkerken (1903-1968)
Bello, de trekhond – Charivarius (1870-1947)
Bericht aan de reizigers – Jan van Nijlen (1884-1965)
Boerke Naas – Guido Gezelle (1830-1899)
Boutade – P.A. de Génestet (1829-1861)
Daar moet veel strijds gestreden zijn – Dirk Rafaelszoon Camphuysen (1586-1627)
De blauwbilgorgel – C. Buddingh'(1918-1985)
De bruid – Jan Prins (1876-1948)
De ceder – Han G. Hoekstra (1906-1988)
De Dapperstraat – J.C. Bloem (1887-1966)
De dijk – C.S. Adama van Scheltema (1877-1924)
De gast – Aart van der Leeuw (1876-1931)
De hond – De Schoolmeester (1808-1858)
De idioot in het bad – M. Vasalis (1909-1998)
De kinderkruistocht – M. Nijhoff (1894-1953)
De kurassiers van Canrobert – Pol de Mont (1857-1931)
De meiskens uit de taveernen – Karel van de Woestijne (1878-1929)

naar boven

De moeder – Geerten Gossaert (1884-1958)
De moeder de vrouw – M. Nijhoff (1894-1953)
De moerbeitoppen ruisten – Nicolaas Beets (1814-1903)
De onbedachtzaamheid – Hieronymus van Alphen (1746-1803)
De ploeger – A. Roland Holst (1888-1976)²
De pruimenboom – Hieronymus van Alphen (1746-1803)
De tuinman en de dood – P.N. van Eyck (1887-1954)
De vagebond – A. Roland Holst (1888-1976)²
De waterlelie – Frederik van Eeden (1860-1932)
De wezen – François Pauwels (1888-1966)
De zelfmoordenaar – Piet Paaltjens (1835-1894)
De zeven boeven – Albert Verwey (1865-1937)
De zwanen... – J.C. Noordstar (1910-1987)
Dodenmars – Clara Eggink (1906-1991)
Een neger uit Mozambique – Remco Campert (1929- )
Een nieuw Christelijk lied – Dichter onbekend, 1586
Een vers dat als een nachtkaars uitgaat – E. Laurillard, 1830-1908
Elba – Gerrit Kouwenaar (1923- )
En rade – Jan Engelman (1900-1972)
Galathea siet... – P.C. Hooft (1581-1647)

naar boven

Gebed bij de harde dood – E. du Perron (1899-1940)
Gebed te Waalwijk – A.E. van Collem (1858-1933)
't Geuzenvendel op de thuismars – F.L. Hemkes (1854-1887)
Geuzevesper of Ziekentroost – Joost van den Vondel (1687-1679)
Ghequetst ben ic van binnen – Dichter onbekend, 14de eeuw
Grafschriften voor Thorbecke – Multatuli (1820-1887)
Herdenking – A.C.W. Staring (1767-1840)
Herinnering aan Holland – H. Marsman (1899-1940)
Het carillon – Ida M. Gerhardt (1905-1997)
Het daghet in den oosten – Dichter onbekend, 14de eeuw
Het eerste van de schoonheid – G.A. Bredero (1585-1618)
Het ezeltje – M. Vasalis (1909-1998)
Het geitenweitje – Jacqueline E. van der Waals (1868-1922)
Het geschenk – Rosalie Loveling (1834-1875)
Het huwelijk – Willem Elsschot (1882-1960)
Het kindeke van de dood – F.L. Hemkes (1854-1887)
Het lied der achttien doden – Jan Campert (1902-1943)
Het waren twee conincskinderen – Dichter onbekend, 14de eeuw
Hij droeg onze smerten – Jacobus Revius (1586-1658)
Holland – E.J. Potgieter (1808-1858)
Hongaarsew rhapsodie – J.M.W. Scheltema (1921-1947)
Huldegedicht aan Singer – Paul van Ostaijen (1896-1928)
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten – Willem Kloos (1859-1938)

naar boven

Ik ben van den buiten – René de Clercq (1877-1932)
Ik tracht op poëtische wijze – Lucebert (1924-1994)
Ik ween om bloemen, in den knop gebroken – Willem Kloos (1859-1938)
Individualiteit – P.A. de Génestet (1829-1861)
Joods kind – Henk Fedder (1890-1979)
'K Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid – Adwaita (1863-1919)
Kindergedachten – C.S. Adema van Scheltema (1877-1924)
Kinderlijk – Joost van den Vondel (1687-1679)
Klokke Roeland – Albrecht Rodenbach (1856-1880)
Krepel wil altijd voordansen – Jacob Cats (1577-1660)
Laat de luiken geloken zijn – J.H. Leopold (1865-1925)
Lethe – P.C. Boutens (1870-1943)
Liberate nos, Domine! – Geerten Gossaert (1884-1958)
Liedeken – G.A. Bredero (1585-1618)
Liefdesverklaring – J. Greshoff (1888-1971)
Liggen in de zon – Hans Andreus (1926-1977)²
Marc groet 's morgens de dingen – Paul van Ostaijen (1896-1928)
Maria die zoude naar Bethlehem gaan – Dichter onbekend, 15de eeuw
Mei (aanhef) – Herman Gorter (1864-1927)

naar boven

Meise morgenstond – Dirk Rafaelszoon Camphuysen (1586-1627)
Merk toch hoe sterk – Valerius (?-1625)
Mijn broer – Hendrik de Vries (1896-1989)
Mijn vadertje – Marnix Gijsen (1899-1984)
Najaarslaan – Jacqueline E. van der Waals (1868-1922)
Na jaren – G.W. Lovendaal (1847-1927)
Nieuwjaars-lied – Rhijnvis Feith (1753-1824)
Nu zijt wellekome – Dichter onbekend – [c. 1450?]
O, als ik dood zal, dood zal zijn – J.H. Leopold (1865-1925)
Onrust – Jacob Israël de Haan (1881-1924)
Ons Hollands Ideaal – J.H. Speenhoff (1869-1945)
Oogstlied – A.C.W. Staring (1767-1840)
Oote – Jan Hanlo (1912-1969)
Op een made – Trijntje Fop (1913-2001)
O 't ruisen van het ranke riet – Guido Gezelle (1830-1899)
Over rustigende vastheid die ik vond – Henriëtte Roland Holst (1869-1952)
Paradise regained – H. Marsman (1899-1940)
Pogrom – Ed. Hoornik (1910-1970)
Reiziger 'doet' Golgotha – Gerrit Achterberg (1905-1962)
Rotterdam – Jan Prins (1876-1948)

naar boven

Scheepspraat, ten overlijden van Prins Maurits van Oranje – Constantijn Huygens (1596-1687)
Schrijvenderwijs – Guillaume van der Graft (1920-2010)
Snoepwinkeltje – M.A. De Wijs-Mouton (1872-1942)
Toen de dag was weggelopen in het zachte – Hans Lodeizen (1924-1950)
Twee voerlui – Jan Pieter Heije (1809-1876)
's Uchtens, als het haantje kraait – Jan Luyken (1649-1712)
Uitvaart – Willem Bilderdijk (1756-1831)
Van 't loze vissertje – Dichter onbekend, 15de eeuw
Vera Janacopoulos – Jan Engelman (1900-1972)
Verdoemd – Herman Gorter (1864-1927)
Verlaten – Jacob Israël de Haan (1881-1924)
Vier weverkens – Dichter onbekend, 19e eeuw³
Visser van Ma Yan – Lucebert (1924-1994)
Voor Rogiertjes moeder – J.C. Van Schagen (1891-1985)
Vrede – Leo Vroman (1915- )
Wel menigmaal zei de melkboer – Piet Paaltjens (1835-1894)
Wenn nur ein Traum das Leben ist... – Anthonie Donker (1902-1965)
Werkster – Gerrit Achterberg (1905-1962)
Woningloze – J.J. Slauerhoff (1898-1936)
Zang – P.C. Hooft (1581-1647)

naar boven


¹ Inmiddels toegeschreven aan de Duitse tekstdichter Kasper Friedrich Lossius (1753-1817). De Duitse tekst is aangetroffen in een publicatie uit 1781. "Het lied is opgenomen in het Mildheimer Liederbuch uit 1799 en is daardoor verspreid geraakt over Duitsland. Degene die het lied in het Nederlands vertaald heeft, heeft de tekst waarschijnlijk uit dit Liederbuch gehaald. Wie deze vertaler geweest is, is niet bekend."
In Vlaanderen is de oudste versie (uit de periode 1825-1854) als 'Het Hollandsch meisje' betiteld.
Bron: Ben Hartman, 2013. Op: Ben Hartman. een digitaal archief. 'Aan de oever van een snelle vliet'.
http://www.benhartman.nl/tekst-en-uitleg/aan-de-oever-van-een-snelle-vliet/

² Overlijdensjaar niet vermeld in derde druk, 1978.

³ Oudste bekende versie dateert uit 1879.
Bron: Liederenbank van het Meertens Instituut.
http://www.liederenbank.nl/resultaatlijst.php?zoek=8813&actie=melodienorm&lan=nl

naar boven


Besprekingen

Aangetroffen januari 2014 via www.delpher.nl. In de toekomst zullen mogelijk meer artikelen over dit boek via Delpher beschikbaar worden.

NN. 'Kostelijk boekje met ruim(?) gekende Nederlandse poëzie'. Leeuwarder Courant, 28-10-1972. (...) "De conclusie moet zijn dat Buddingh's bloemlezing inderdaad poëtische evergreens biedt maar dat ze dat vooral in potentie zijn. Werkelijke evergreens zullen het vooral dank zij dit boekje kunnen worden. Het gemakkelijkst bij de poëzie-liefhebbers die ze nu allemaal bijelkaar aangeboden hebben gekregen, beschikbaar op elk moment en zonder de noodzaak er lang voor te moeten bladeren."
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619170:mpeg21:a0169
NN. 'Zaal en Buddingh': Geliefde gedichten gelijk evergreens'. Leeuwarder Courant, 24-03-1973. Vergelijking van de bloemlezingen Geliefde gedichten (samenstelling Wim Zaal) en Is deze ook goed meneer? (samenstelling C. Buddingh').
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619294:mpeg21:a0342



naar boven

Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog, 2014.


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013-2017

Webdesign Revan Barlas