Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1962 | De Muze-reeks                            versie: 17-08-2013

Titel:
De muze en de zeventien provinciën. Een bloemlezing van verzen over Noord- en Zuidnederland
Bijeengebracht [en ingeleid]
door
: Anton van Duinkerken
Uitgeverij:
Vereeniging ter bevordering van
de belangen des boekhandels,
[Amsterdam]
Jaar van verschijning: 1962
Omvang: 93 p.
ISBN: -
Bijzonderheden:
Collectieve propaganda
van het nederlandse boek
Boekenweek 1962

Oplage 40.000 ex. Prijs fl. 0,90.
illustraties guillaume le roy
typografie en omslag gesina ten holt
druk mouton & co den haag

Google over dit boek

  [Inleiding:]

Bij de titel.

 

Het getal zeventien, traditioneel opgegeven voor de Nederlandse gewesten, die in 1543 bij Verdrag van Venlo verenigd werden onder het bestuur van Karel V, schijnt niet meer te hebben aangeduid dan een onbepaalde hoeveelheid. Prof. dr. J. Huizinga waarschuwt ons (Verzamelde Werken, II, 140-142 en 213-214), dat wij het cijfer niet te nauw moeten nemen. Reeds Karel de Stoute regeerde in werkelijkheid over meer dan zeventien lan-den, hoewel bij zijn dood in 1477 van hem in een gedichtje werd gezegd, dat hij

  heeft seventien landen
ghelaten in handen
van eender maaghd.
 

Deze maagd was zijn dochter, Maria van Bourgondië, die kort hierna trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk. Bij de Vrede van Senlis in 1493 moest Maximiliaan een gedeelte van het Bourgondische bezit afstaan aan Frankrijk. Zijn kleinzoon Karel V won echter weer grondgebied bij. Zo komt het, dat onder de 'zeventien provinciën' een weinig vast-omgrensde hoeveelheid gewesten wordt be-grepen, die eerst in latere jaren onnauw-keurig werd omschreven als bestaande uit vier hertogdommen (Limburg, Brabant, Luxem-burg, Gelder), zeven graafschappen (Vlaan-deren, Artois, Henegouwen, Holland, Zeeland, Namen, Zutphen), één markgraafschap (Ant-werpen) en vijf heerlijkheden (Friesland, Groningen, Overijsel, Utrecht en Mechelen).
Tot een al te strikte inachtneming van deze aanvechtbare indeling biedt de poëzie van ons taalgebied in Zuid en Noord geen aan-leiding. Wel meende ik het traditionele schema in grote lijnen te moeten handhaven in een boekje, dat de historische lotsverbondenheid en de gewestelijke eigenaardigheden van de 'zeventien provinciën' in kort bestek tot hun recht wil laten komen. Van elk opgenomen gedicht is de oorspronkelijk vindplaats aan-gegeven; spelling en interpunctie van oude teksten zijn wat vergemakkelijkt; enige woordverklaring geven de aantekeningen.

 


Bevat poëzie van
:

  Hans Andreus
Anoniem 3x
uit Antwerps liedboek
Simon van Beaumont 1573-1634
P.C. Boutens
A.G. Christiaens
Bert Decorte
Jan Engelman
P.A. de Génestet 1829-1861
Guido Gezelle 1830-1899
Guillaume van der Graft
Jan van Heelu 13de eeuw
Okke Jager
P.L. van de Kasteele 1748-1810
Prosper van Langendonck
K.L. Ledeganck 1805-1847
Jan Prins
Jacobus Revius 1586-1658
Michel Rodango LU 1827-1876
Koos Schuur
J.J. Slauerhoff
Gabriël Smit
A.C.W. Staring 1767-1840
Hendrik van Veldeken 12de eeuw
Lodewijk van Velthem †14de eeuw
Albert Verwey
Roemer Visscher 1547-1620
Joost van den Vondel 1587-1679
A. van Wilderode
Karel van de Woestijne



Namen als in boek. Dichters gestorven vóór 1900 vallen, evenals niet-Nederlandstalige dichters, buiten het NPE-onderzoek.

terug naar boven

 

Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog / Jurgen Eissink, 1999 / 2013.
Bron oplagegegevens: CPNB, 2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners


website statistics

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas