Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1942                                                      versie: 07-03-2017

Titel:
Twee recht twee averecht
een bloemlezing uit de
hedendaagse dichtkunst
Samengesteld door:
Anthony Bosman en C. Buddingh'
Uitgeverij:
De Driehoek, 's-Graveland
Jaar van verschijning: [1942]
Omvang: 77 p.
ISBN: -
Bijzonderheden:
De Plejaden reeks nr. 9,
tweede serie




Google over dit boek


Woord vooraf
| gedichten | recensies

 

 

terug naar boven


Bevat poëzie van:

Bertus Aafjes
Gerrit Achterberg
Theo van Baaren
Anna Blaman
Anthony Bosman
L.P.J. Braat
Gerard den Brabander
Hein de Bruin
C. Buddingh'
Jan Campert
Max Dendermonde
Anthonie Donker
Pierre H. Dubois
Clara Eggink
Willem Elsschot
Jan Engelman
Eddy Evenhuis
Robert Franquinet
G. van Gelder
H.A. Gomperts
J. Greshoff
Hella S. Haasse
Jac. van Hattum
F.W. van Heerikhuizen
Han G. Hoekstra
P. Hoogenboom¹
Ed. Hoornik
Roel Houwink
W. Hussem
Muus Jacobse
A.G. Kloppers
Halbo C. Kool
Freek van Leeuwen
L.Th. Lehmann
R. van Lier
A. Marja
H. Marsman
.
M. Mok
Adriaan Morriën
M. Nijhoff
J.C. Noordstar
N.E.M. Pareau
E. du Perron
Con. Schröders
Koos Schuur
J. Slauerhoff
Eric van der Steen
Bob Stempels
Garmt Stuiveling
Nes Tergast
E. den Tex
M. Vasalis
S. Vestdijk
Hendrik de Vries
Hanno van Wagenvoorde
.

Namen als in boek.
¹ In het Lectuurrepertorium 1952-1954 en in catalogi Koninklijke Bibliotheek Den Haag en Poëziecentrum Nederland komt deze dichter niet voor.

terug naar boven


Recensies

G.H. 's-Gravesande, in: Het Vaderland
| Bertus Aafjes, in: De Tijd


Nieuwe bloemlezingen. Op voorbeeld van Coster. Poëtisch jargon

Door G.H. 's-Gravesande

[Artikel met besprekingen van Stille opmars / Twee recht twee averecht en Moderne Nederlandsche religieuze lyriek]

(...) Anthony Bosman en C. Buddingh' hebben aan hun bloemlezing uit de hedendaagsche dichtkunst onder den titel Twee recht twee averecht een kort woord vooraf laten gaan. Daarin, zeggen zij, dat de jongeren in hun keuze sterk vertegenwoordigd zijn. Van de ouderen namen zij hen op, wier werk nog steeds invloed uitoefent op de jongere dichtergeneratie. (Van Heerikhuizen [de samensteller van Stille Opmars] beperkte zich tot Nyhoff en Vestdijk) "Immers hiermee werd een continu beeld gevormd, dat het algemeen begrip slechts ten goede kan komen. En de aandachtige lezer zal dan opmerken hoe vele lijnen in een punt samenkomen; lijnen die lopen van de oudere dichters naar de jongere, en ook tussen de jongeren onderling". (Van de ouderen zijn geplaatst Nyhoff, Greshoff, Marsman, Slauerhoff, Donker, Hendrik de Vries, Jan Engelman, Elsschot, Houwink, E. du Perron en Vestdijk). (...)

Het is een bloemlezing geworden, zonder eenige pretentie, waarin voortreffelijke verzen zijn opgenomen. Het aantrekkelijke - en dit heeft ze met de bloemlezing van Van Heerikhuizen gemeen - is, dat er ook niet eerder gepubliceerde gedichten in geplaatst zijn. Wat opvalt in de verzen van de dichters van den allerlaatsten tijd is, dat de liefde voor het sonnet - en in het algemeen voor den gesloten vorm - groot is. Laat mij besluiten met een gedicht over te schrijven van Koos Schuur, dat een typisch wrangen toon heeft en voor het eerst in deze bloemlezing wordt afgedrukt:




G.H. 's-Gravesande. 'Nieuwe bloemlezingen. op voorbeeld van Coster. Poëtisch jargon'. Het Vaderland, 03-10-1942. Integraal op:
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010020421%3Ampeg21%3Ap005%3Aa0118

terug naar boven



Zooveel verzen, zooveel persoonlijkheden. Hetzelfde euvel

Door Bertus Aafjes

"Twee recht, twee averecht" is de zooveelste bloemlezing uit het werk van dichters van dezen tijd en, om in de beeldspraak van den titel te blijven: men heeft er geen "steek" aan. Zij wil kennelijk weer eens het bestaan van de nieuwste generatie bewijzen. Er verschijnen echter zooveel bloemlezingen over de nieuwe generatie van de hand van leden dier generatie, dat men op den duur het idee krijgt, dat er iets niet in orde is met die generatie. Zij begint op een soort vreemdelingenlegioen te gelijken, van dichtende en dichterlijke menschen, wier kwaliteit men met kwantiteit wil bewijzen. Het is toch buiten kijf, dat de helft van de in dit bundeltje opgenomen poëzie niet door den beugel kan, door den beugel dan van 'n bloemlezing, welke zich ten doel stelt goede poëzie te leveren en niet een beeld van den tijd of iets soortgelijks.

Nogmaals, een bloemlezing is een verzameling goede poëzie en niet een verzameling bewijsmateriaal. Het boekje ziet er als volgt uit. Van 52¹ dichters werden 52 verzen opgenomen; 11 verzen daarvan zijn van 11 oudere dichters, die naar de gewoonte, als gangmakers fungeeren. Resteeren 41 verzen van 41 nieuwere dichters. Dichters genoeg dus. Maar als wij aannemen, dat de samenstellers het beste vers van deze 41 dichters opnamen, is het bedroevend te zien, hoe weinig werkelijk goede verzen er door de nieuwe generatie zij geschreven.

Maar wat is de nieuwe generatie eigenlijk? Volgens dit boekje alles, wat de laatste jaren met flair gepubliceerd heeft. Het is een ramp. (...)


Bertus Aafjes
. Kroniek van Kunst en Wetenschap. 'Zooveel verzen, zooveel persoonlijkheden. Hetzelfde euvel'. De Tijd, 27-11-1942. De hele bespreking staat op:
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010989560%3Ampeg21%3Ap003%3Aa0119

¹ De bloemlezing blijkt - bij telling in 2013 - 55 verzen van 55 dichters te bevatten.

terug naar boven

Bloemlezing (collectie Poëziecentrum Nederland) onderzocht door: Bart FM Droog, 2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013-2017

Webdesign Revan Barlas