In  1894  verscheen de eerste, in  1903 de vijfde druk van Dichters van dezen tijd. Nu de uitgevers een zevenden druk ter perse wilden leggen, achtte ik het noodig om, evenals ik in 1903 deed, te schrappen en aan te vullen. Ook nu heb ik van de levende dichters alleen hen behouden, die, door telkens nieuw werk, hun rang bleven handhaven en naast dezen, de enke-len als KLOOS, EMANTS, GORTER, POL DE MONT, die, hoewel zij als dichters niet of weinig meer produceeren, door hetgeen zij vroeger schreven onder de dichters van de dertig laatste jaren een eigene en blijvende plaats innemen.
    Dat ik JACQUES PERK vooraan liet staan in de rij, heeft geen verklaring noodig.