Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1908                                                      versie: 09-09-2013

Titel:
Verzen van Noord- en Zuidnederlandsche dichters
Bijeengebracht door:
Pol de Mont
1875-1908
Uitgeverij:
W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle
Jaar van verschijning: 1908
Omvang: XIV, 340 p.
ISBN:
Bijzonderheden:
Derde herziene en
vermeerderde druk

Google over dit boek


Bron scan: DBNL

Eerste druk 1896 onder titel: Sedert Potgieters dood; 2de vermeerderde druk 1904; 4de herziene en vermeerderde druk 1913; 5de herziene en vermeerderde druk 1919.

De derde druk staat integraal op: http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=mont003verz01

terug naar boven


Voorwoorden (1ste, 2de en 3de druk)| Poëzie

 

VOORWOORD VAN DEN EERSTEN DRUK.

Dit boek dankt zijn ontstaan aan een zeer groote, innig-oprechte liefde voor de Nederlandsche literaire kunst, zooals die zich, proza en verzen beide, van ± 1880 tot ± 1896 ontwikkeld heeft.

Ik heb deze verzen verzameld in de overtuiging, dat tal van lezers, die om financieele redenen of eenvoudiq uit onverschilligheid verzuimden, zich de volledige werken, zelfs van onze allerbeste schrijvers, aan te schaffen, toch veeltijds qretiq uitzien naar een uit den aard der zaak minder lijvige en goedkooper anthologie.

Met Goethe heb ik gemeend, dat – "was man auch gegen solche Sammlungen sagen kann, welche die Autoren zerstückelt mitteilen, sie doch manche gute Wirkung hervorbringen," al ,.vas het, benevens het pas aangestipte, maar alleen dit voordeel, dat, in zulke verzamelingen, "jene herrlichen Eigenheiten, die grossen Sprüche, die treffenden Schilderungen, die humoristischen Züge, Alles einzeln and gewaltig trifft....”

Ook ben ik van oordeel, dat een anthologie – beter dan een geheele bibliotheek werken – den lezer, ook den meer beschaafden, in staat stelt, zich van het literair leven van een korter of langer tijdperk een gedachte te vormen.

Om deze gedachte nu, – om dit beeld, zal ik maar zeggen, – was het mij, bij het samenlezen der stoffen, vooral te doen. Geen dichter van eenige beteekenis liet ik met opzet ter zijde, en van elk in 't bizonder koos ik de meegedeelde stukken zóó, dat zij een denkbeeld geven, zoo niet altijd van zijn geheele ontwikkeling,- want dit was mij, om vele redenen, niet steeds mogelijk, dan toch van zijn meest karakteristieke hoedanigheden.

Heb ik gelijk gehad, de verzen der dichters van ± 1880-1896 te laten vooraf gaan door een keuze uit de beste dichters van het onmiddellijk oudere – en te laten volgen door gedichten der meest belovende poëten van het onmiddellijk jongere geslaoht?

Niet zonder grond deed ik zulks. Ik twijfel er niet aan, of, in het literaire werk van meer dan één dergenen, die even voor of na 1875 hun eerste werken lieten verschijnen, kan men duidelijke sporen ontdekken van een streven, wellicht nog niet zoo zelf bewust en zeker niet zoo intens, maar toch in meer dan één opzicht van denzelfden aard als dat van de groote generatie van 1880.

Wat de jongeren en allerjongsten betreft, waarom ik dezen een plaats inruimde, dient wel nauwelijks gezeid. Hun werk, ontstaan onder den rechtstreekschen invloed van de mannen van 1880, geeft immers – ofschoon nog niet altijd rijp, – toch, zoo als het is, een voorsmaak van wat de Nederlandsche poëzie zijn zal in de eerste jaren der volqende eeuw.

Over de dichters, welke dit boek gaarne in ruimeren kring wilde introduceeren, zal ik niet uitweiden. Wat onze Nederlandsche verskunst in de laatste jaren heeft gewonnen aan distinctie en fijnheid van gevoel, aan treffende juistheid van vizie, aan losheid en zwier van rhythmen, aan rijkdom van geluid, aan eenvoud en natuurlijkheid van dictie, ja, wat men ook beweerd hebbe of beweren moge, aan kracht en waarheid van gevoel en aan diepte en omvang van gedachten zelfs, dat moet op den duur wel elken beschaafde, die lezen en vergelijken kon, in 't oog springen.

Slechts dit kan ik niet nalaten te zeggen, dat deze jongere Nederlandsche poëzie, eindelijk, voor 't eerst weer na Vondel en Hooft, onze nationale letterkunst onbetwistbaar recht heeft doen verkrijgen op een haar eigen, onontvreemdbaar plaatsje in de wereldliteratuur; en dit nog daarenboven, dat- waar wij de hedendaagsche verskunstenaars van Duitschland, Engeland, Italie, Spanje, Portugal, Frankrijk en Fransch-Belgie met de onzen vergelijken, deze laatsten al die anderen, zonder uitzondering, ver overtreffen. Een pleiade poeten als Willem Kloos, Frederik van Eeden, Albert Verwey, Hélène Lapidoth-Swarth, Herman Gorter, leverde- in dit laatste kwarteeuw – geen ander land van Europa op. Hartelijken dank breng ik hier ten slotte aan de dichters en uitgevers, welke mij welwillend vergunden, de hier bijeengebrachte gedichten te laten drukken. Slechts van een tweetal schrijvers – wier namen men in dit boek vruchteloos zal zoeken – mocht ik geen antwoord ontvangen. Van anderen, zoo van den onvergetelij ken Jacques Perk, was het mij niet gegeven zooveel op te nemen, als ik oorspronkelijk bedoeld had. Dat zijn meesterstuk, Iris, in deze anthologie ontbreekt, betreur ik zelf ten zeerste.

ANTWERPEN, I Augustus 1896.

terug naar boven


VOORWOORD VAN DEN TWEEDEN DRUK.

Bij het voorbereiden van dezen na ongeveer zeven jaar gevolgden herdruk drongen zich als van zelf verscheidene wijzigingen op. Ten eerste! Daar deze bloemlezing, ofschoon oorspronkelijk niet voor schoolgebruik bestemd, toch al spoedig naar verscheidene gestichten van M. 0. den weg heeft gevonden, was het noodzakelijk van nu af meer gewicht te hechten aan hoedanigheid dan aan hoeveelheid, aan artistieke waarde dan aan volledigheid. Zoo kwam Guido Gezelle, ofschoon eigenlijk gewonnen en geboren, ja, bijna tot rijpheid gedijd vóór het tijdvak, dat dit boek juist wilde vertegenwoordigen, in de plaats te staan van eenige dichters uit de overgangsperiode 1850-1880. Ten tweede diende er plaats te worden ingeruimd voor verscheidene jongere krachten, wier ontwikkeling samenvalt met de jaren 1897-1904, en zoo werd dan, bij weglating van nog eenige namen, de rij aangevuld met die van Schepers, van 't Hoog, van 0ffel, Scharten, de Clercq, van de Woestijne.

Dat het mij, uitsluitend om redenen van stoffelijken aard, niet gegeven was van een, overigens, zeer gering aantal dichters, o. a. van Boutens, òf voor 't eerst een keuze verzen, òf naast of in de plaats van de nu gegevene andere verzen op te nemen, betreur ik evenzeer als ik er over verheugd ben, van enkele andere – van welke zal de lezer zelf wel ontdekken – een geheel of gedeeltelijk nieuwen verzen-oogst ten beste te kunnen geven.

Voor het overige verwijs ik eenvoudig naar het voorwoord van den eersten druk.

ANTWERPEN, 1 September 1904.

terug naar boven

VOORWOORD VAN DEN DERDEN DRUK.

Wenschende, in deze bloemlezing, benevens een eenigszins ruimer keus uit Edmond van 0ffel, een tweetal jongere dichters, Bastiaanse en Eeckels, op te nemen, zonder het getal bladzijden van het geheel te vermeerderen, zag de verzamelaar zich genoodzaakt, den uit een klein aantal andere schrijvers bijeengebrachten en – overigens – zeer rijken voorraad wat in te krimpen.

ANTWERPEN, 1 April 1908.

 

terug naar boven



Bevat poëzie van
:

G.A. Antheunis
Frans Bastiaanse
Marie Boddaert
Hein Boeken
P.A.M. Boele
     van Hensbroek
Lucie Broedelet
René de Clercq
Louis Couperus
Constant Eeckels
Frederik van Eeden
Marcellus Emants
Guido Gezelle
     (1830-1899)
Herman Gorter
Alfred Hegenscheidt
F.L. Hemkes
     (1854-1887)
G.C. van 't Hoog
André Jolles
Willem Kloos
Edward Koster
Prosper van
     Langendonck
Hélène Lapidoth-Swarth
Victor de Meyere
Pol de Mont
Victor de la Montagne
Fiore della Neve
W.G. van Nouhuys
Edmond van Offel
Augusta Peaux
W.L. Penning
Jacques Perk
     (1859-1881)
Joannes Reddingius
Carel Scharten
J.B. Schepers
Hugo Verriest
August Vermeylen
Albert Verwey
Amand de Vos
Jacob Winkler Prins
Karel van de Woestijne


In dit boek staan de dichters met hun volledige namen vermeld. In bovenstaande overzicht worden ze met hun gangbare namen aangeduid.
Dichters gestorven vóór 1900 vallen buiten het NPE-onderzoek.

terug naar boven

Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog, 2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

 



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012

Webdesign Revan Barlas