Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: Dichters van deze(n) tijd-reeks                                  versie: 03-03-2013

Omschrijving | samenstellers en uitgeverijen | overzicht

De Dichters van deze(n) tijd-reeks was de langstlopende poëziebloem-lezingenreeks uit de moderne Nederlandstalige literatuurgeschiedenis. De eerste druk verscheen in 1894. De (vooralsnog) laatste in 1994.



J.N. van Hall
J. Prinsen J. Lz.
J. Greshoff
D.A.M. Binnendijk
De eerste vier samenstellers van de reeks

De inhoud bestond steevast uit een selectie van de - volgens de samenstellers - belangrijkste dichters van de periode waarin een herzien deel verscheen, voorafgegaan door een selecte groep eerdere dichters. In de eerste delen komen voornamelijk dichters uit Nederland aan bod. Vanaf de tiende druk (1919) is meer plaats ingericht voor dichters uit Vlaanderen.

G.H. 's-Gravesande berichtte in dagblad Het Vaderland, in een bespreking van de dertiende druk, op 24 mei 1939, over de geschiedenis van deze reeks:

(...) Habent sua fata libelli¹ en dat geldt zeker voor deze verzameling. In 1893 heeft mr J. N. van Hall, toenmaals redacteur van De Gids en literair criticus van dat tijdschrift, de eerste uitgave verzorgd, welke in 1894 is verschenen. Dat waren omineuze jaren voor De Nieuws Gids. We weten, dat er paleis-revoluties plaats hadden en verschillende redacteuren waren verdwenen. Piet Tideman zwaaide den scepter al stonden Kloos en Boeken als mederedacteuren op den omslag.

Vóór het boekje van Van Hall dan ook verschenen was had De Nieuwe Gids (9e jaargang. 2e deel. blz. 128 e.v.) een artikel gepubliceerd "De Redaktie aan den lezer" met een noot "De welwillende journalistiek verzoeken wij beleefdelijk deze regelen te willen overnemen". In hoeverre dit gebeurd is ligt niet op mijn weg om te controleeren. In dit artikel, waarin verwezen wordt naar een te verschijnen vlugschrift over de wijzigingen in De Nieuwe Gids, welke brochure door Piet Tideman geschreven is, zoodat men veilig kan aannemen, dat hij ook de schrijver is van bovengenoemde redactioneele bijdrage — in dit artikel dan wordt reeds vóór de verschijning over het boekje van mr J. N. van Hall geschreven. Ik lees daar:

"De heer J. N. van Hall schijnt hier de man te zijn, actief werkende tegen den Nieuwe Gids langs twee wegen, die beide leiden naar: het behoud van zijn tijdschrift voor de literatuur, een streven naar een doel dat ieder gaarne ook door den heer Van Hall bereikt zag, ware het niet inderdaad onmogelijk gebleken dat in ons kleine land twee tijdschriften onafhankelijk van elkander bestonden, elk vormend een middenpunt van literatuur en men is dus meer geneigd den heer Van Hall een spoedig mislukken zijner pogingen toe te wenschen.

"De eene weg, het eene been, waarop de heer Van Hall thans gaat, is een uitgave, die binnenkort bij Van Kampen zal verschijnen, een zak-, school- of luxe uitgave, wie weet, van moderne verzen, van Jacques Perk, van Hélène Swarth, van Verwey e.a. De heer Van Hall zal bij deze bloemlezing wel een verklarende voorrede, of een ophelderende notenreeks vervaardigen, misschien een tournooi met zijn verleden houden, waaruit dan de moderne Van Hall in het zilveren nieuw-gepoetste harnas zijner verouderde literaire konfektie als ridderlijke oom van het moderne dichterschap zegevierend te voorschijn trede".

Welke grieven hadden de Nieuwe Gidsers speciaal tegen Van Hall? Het was in de eerste plaats de weigering van Perks 'Iris' in De Gids. In de tweede plaats de parodieën, welke in dat tijdschrift waren verschenen op verzen van Kloos en anderen, geteckend Fortunio, achter welk pseudoniem Van Hall zich verborg en dan het feit, dat twee oud-medewerkers van De Nieuwe Gids, Charles van Deventer en Jan Veth, in De Gids gingen schrijven.

Laat ons nu eens zien wat Van Hall, die deze bloemlezing tot een tienden druk heeft bezorgd, in de eerste uitgave o.a. heeft geschreven ter verklaring van zijn veranderde houding:

"Wat ik mooi vind van klank en van beeld in de gedichten uit de twaalf laatste jaren, trachtte ik in dezen bundel bijeen te brengen. Ik koos zonder voorkeur voor partij of richting. Waar ik gedichten aantrof, die ik bewaard zou willen willen zien in de herinnering van wie smaak hebben voor poëzie, vroeg ik vergunning die te mogen overnemen. In den regel werd mij dit toegestaan. Op twee uitzonderingen na. Tegen de overneming van "Iris" van Jacques Perk werd door den uitgever van Perks gedichten bezwaar gemaakt, dat ik moest eerbiedigen. De heer Willem Kloos, van wien ik een negental gedichten had willen opnemen, bleef op de brieven, waarin om zijne toestemming gevraagd werd, het antwoord schuldig, -  een zwijgen, dat in dit geval niet als toestemming mocht worden beschouwd. Dientengevolge is de dichtergroep, waarvan de heer Kloos langen tijd als aanvoerder beschouwd werd, niet volledig vertegenwoordigd".

De verdere beschouwingen van mr Van Hall zijn in dit verband niet van belang. Wanneer men nu den eersten en den twaalfden druk, bewerkt door dr J. Prinsen JLzn. vergelijkt, ziet men, dat de opvolger van mr Van Hall zich zooveel mogelijk gehouden heeft aan zijn voorganger.

Willem Kloos was later over zijn bezwaren heen gestapt en had toestemming gegeven zijn verzen op te nemen, al meen ik te weten - ik bezit niet alle twaalf drukken - dat Iris nimmer is geplaatst in deze keur. Aan de keuze van Perk is niets veranderd, evenmin aan die van Penning en Gorter. Van Hélène Swarth zijn er twee gelijk gebleven. Verwey en Van Eeden ondergingen eenige wijzigingen, en natuurlijk vielen tal van dichters af om voor nieuwe plaats te maken. Immers, men beoogt dichters van dezen tijd te geven. Aan dit principe heeft de bewerker van den dertienden druk, J. Greshoff, zich geheel gehouden, want bij vergelijking van den twaalfden en nieuwen druk heb ik slechts drie gelijke gedichten gevonden, nl. één van Karel van de Woestljne, één van Henriette Roland Holst en één van Guido Gezelle. In de tien jaar, welke tusschen deze laatste drukken liggen, is er veel veranderd in onze poëzie!" (...)

¹ boeken hebben hun lot(gevallen)

G.H. 's-Gravesande. 'Bloemlezing met een geschiedenis. Dertiende druk van Van Halls werk. Prinsen en Greshoff als zijn opvolgers'. Het Vaderland, 24-05-1939.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010018449%3Ampeg21%3Ap009%3Aa0207

Ook verschenen Dichters uit den ouden tijd. Samenstelling Dr. G. Kalff. P.N. van Kampen & Zn, Amsterdam, 1904 [2de druk 1919] en Dichters van vroeger. Een bloemlezing uit acht eeuwen Nederlandse poëzie, samengesteld door Garmt Stuiveling. P.N. van Kampen & Zoon B.V., Amsterdam, 1977. 440p.

De bloemlezing van Kalff bevat voornamelijk dichters uit de Gouden eeuw. Het boek uit 1977 bevat dichters van Hadewijch t/m A. Roland Holst.

terug naar boven



Samenstellers
en uitgeverijen

De eerste tot tiende druk werd verzorgd door Mr. J.N. van Hall (1840-1918).
De elfde en twaalfde druk door Dr. Jacob Prinsen J. Lz. (1866-1935).
De dertiende druk door J. Greshoff (1888-1971).
Oogst 1940 (supplement op de dertiende druk) en de veertiende tot en met de negentiende druk door D.A.M. Binnendijk (1902-1984).
De twintigste tot tweeëntwintigste druk door Paul Rodenko (1920-1976).
De drieëntwintigste druk door Paul Rodenko, Sybren Polet (1924) en Gerrit Borgers (1917-1987).
De vierentwintigste en vijfentwintigste druk door Hugo Brems (1944).

De eerste tot en met de drieëntwintigste druk verscheen bij P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam.
De vierentwintigste en vijfentwintigste druk verscheen bij Poëziecentrum, Gent.

terug naar boven



Overzicht

1e druk
2e (ongew.) druk
3e druk
4e druk
     
1894
1895
1899 *
1900
             
5de druk
6e (ongew.) druk
7de druk
8ste druk
     
1903
c. 1906
1910
1913
           
terug naar boven
9e (ongew.) druk
10de druk
11de druk
12de druk
     
1915
1919 **
1923 ***
1929
             
13de druk
Oogst 1940
14de druk
15de druk
     
1939
1941
1941
1947
           
terug naar boven
16de druk
17de druk
18de druk
19de druk
     
1948
1950
1951
1954
             
20ste druk
21ste druk
22ste druk
23ste druk
     
1960
1964
1969
1977
           
terug naar boven
24ste druk
25ste druk
 
extra
 
1990
1994
1977


Bronnen dateringen voor ongedateerde exemplaren:
Brinkman's catalogus 1891-1900
Brinkman's catalogus 1916-1920

Foto's:
J.N. van Hall (c. 1884)- Het Utrechts Archief, www.hetutrechtsarchief.nl
J. Prinsen J. Ltz. Uit: Literatuur. Jaargang 2. Amsterdam University Press, Amsterdam 1985. Op: http://www.dbnl.org/tekst/_lit003198501_01/_lit003198501_01_0020.php
J. Greshoff. Uit: G.H. 's-Gravesande. Sprekende schrijvers. Nederlandsche en Vlaamsche letterkundigen in gesprek met G.H. 's-Gravesande. J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1935.
http://www.dbnl.org/tekst/grav004spre01_01/index.php
D.A.M. Binnendijk. Uit: Erts Almanak 1926. Verzen, proza, drama, essay. S.L. van Looy, Amsterdam, [1925].
http://www.nederlandsepoezie.org/jl/1925/zz_erts_almanak_1926.html

Scans:
P = Poëziecentrum Gent
* Antiquariaat De Kleine Boekenwereld
** Antiquariaat Victory
*** Antiquariaat AntiquA

terug naar boven


Besprekingen (o.a.)

G.H. 's-Gravesande. 'Bloemlezing met een geschiedenis. Dertiende druk van Van Halls werk. Prinsen en Greshoff als zijn opvolgers'. Het Vaderland, 24-05-1939. Bespreking van de 13de druk van deze bloemlezing, waarin uitgebreid wordt ingegaan op een conflict tussen J.N. van Hall en De Nieuwe Gids / Willem Kloos, dat speelde vóór de verschijning van de eerste druk. http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010018449%3Ampeg21%3Ap009%3Aa0207

G.H. 's-Gravesande. 'Korte Boekbesprekingen. Dichters van dezen tijd, 14e druk'. Het Vaderland, 30-11-1941. Bespreking 14de druk uit 1941.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010020002%3Ampeg21%3Ap005%3Aa0121

A. Joh. Kisjes. Aanvechtbare keuze in "Dichters uit deze tijd". Nederlands Dagblad, 30-03-1979. ' Bespreking van 23ste druk uit 1977.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010572751%3Ampeg21%3Ap006%3Aa0088

terug naar boven

Pagina aangemaakt door: Bart FM Droog, 05-01-2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

hits counter

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas