Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

versie: 30-03-2017 - redacteur: Bart FM Droog TESTVERSIE - PAGINA IN AANBOUW
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


Jan Wit

Geboren te:
Nijmegen, 07-07-1914
Gestorven te:
Groningen 26-08-1980
Volledige naam:
Jan Wit
Naamsvarianten:
J. Wit
Pseudoniemen: -





Foto: Jan Wit, ca. 1950*

Zie ook: Groninger dichters

Dichter, toneelschrijver, vertaler en bloemlezer.


Zoon van Cornelis Wit, leraar aan een kweekschool (ca. 1884-?), en Lijntje Geertruida Kommerina de Baan (1882-1919). Gehuwd op 10-1-1949 met Johanna Post. Uit dit huwelijk werden zoon Marc en dochter Mirjam geboren. Na echtscheiding (27-1-1970) gehuwd op 19-6-1970 met Johanna Cornelia Ribbers.

Jan de Wit werd met een oogafwijking geboren; omdat medicijnen geen uikomst boden en operaties zijn ogen verder beschadigden, kreeg hij op zijn zesde twee glazen ogen. Hij werd naar het Christelijk Blindeninstituut Bartimeus te Zeist gestuurd. Later ging hij naar het Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Blinden te Bussum. In 1933 deed hij het examen Esperanto; in 1934 het examen kantoorstenografie. Via privé-lessen - hij was in die tijd ook kerkorganist - studeerde hij intussen voor het staatsexamen gymnasium, dat hij in 1940 met goed gevolg aflegde.

Piet Calis: "In hetzelfde jaar schreef hij zich in voor de studie theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Hij werd daar lid van het theologisch dispuutgezelschap Excelsior Deo iuvante. In dit gezelschap bestond een levendige belangstelling voor literatuur. Theo van Baaren, die zich niet bij Excelsior Deo iuvante had aangesloten, en Jan Wit ontmoetten elkaar aanvankelijk vooral in het huis, van Ko (Hans Rooduyn) Rooduyn - Parkstraat 31 te Utrecht -, waar ook andere jonge schrijvers elkaar geregeld troffen."

Via Van Baaren leerde Jan Wit diens vriendin Gertrude Pape kennen, die op haar etage aan de Bemuurde Weerd elke maandagavond culturele bijeenkomsten hield. Calis: "Jan Wit, die met zijn blindheid niet zonder zelfspot wist te leven - zo zei hij bij het weggaan altijd 'Tot ziens!' -, werd dan gebracht door zijn vriend, de schilder Henk Schellevis."

Bij Gertrude Pape maakte Jan Wit ook kennis met Max de Jong en de tweelingbroers Henk en Hans Hospers kennen. Calis: ""De laatste, die ook theologie studeerde, hielp Jan Wit in die tijd met zijn studie Hebreeuws en ontwierp hiervoor een speciaal brailleschrift."

"Nadat in april 1941 het eerste nummer gereed was gekomen, kregen de vrienden die Gertrude Pape en Theo van Baaren op maandagavond bezochten, het ter inzage. Gertrude Pape vertelde hierover in 1981: 'De volgende keer dat Jan Wit en zo er waren, zeiden wij: "Zeg, weten jullie dat er een nieuw blad is verschenen? Willen jullie dat zien?"' Zoals min of meer vaste gewoonte zou worden, werden hierna de literaire bijdragen die in het tijdschrift waren opgenomen, vanwege de blindheid van Jan Wit in de vriendenkring voorgelezen."

J.W. Schulte Nordholt: "[In Utrecht] leerde hij ook zijn eerste vrouw kennen, de studente in de klassieke talen Johanna Post, met wie hij in 1949 in het huwelijk zou treden. Maar kon een blinde dominee worden? Om op alles voorbereid te zijn deed hij in 1945 ook nog examen voor godsdienstonderwijzer. Maar hij wilde meer. Dat leek mogelijk als hij predikant zou worden in een Waalse gemeente, één van die zeer kleine elite-gezelschappen die her en der in ons vaderland nog gevonden worden. Om dat te bereiken moest hij dan wel een jaar naar Parijs om de taal te vervolmaken. Na de voltooiing van zijn theologische studies in Utrecht (hij deed zijn voorstel op 31 october 1947) vertrok hij naar de Franse hoofdstad en studeerde daar een jaar aan de Faculté Libre de Theologie Protestante. Terug in Nederland werd hij eind 1948 predikant bij de Waalse gemeente te Nijmegen die hij tot 1967 dienen zou." (...)

"Nijmegen was een gelukkige plaats voor hem. Het werk in de minuscule en nogal kunstmatig Frans-sprekende gemeente vergde niet al te veel van hem en zo had hij tijd om zich aan veel, zeer veel literaire arbeid te wijden. In Nijmegen vond hij tot zijn grote genoegen twee collega's met wie hij een ware verstandhouding bereikte: de Hervormde predikant Willem Barnard (Guillaume van der Graft) en de Lutherse dominee C.M. de Vries (Ted Logeman), beiden literaire mannen van kwaliteit met wie hij samen kon werken. "

Volgens J.W. Schulte Nordholt was het meest blijvende van Jan Wits werk zijn bijdrage aan het Liedboek voor de kerken: "Haast van het begin af was hij betrokken bij het werk aan de nieuwe psalmberijming, en toen wij als dichters in 1953 begonnen samen te komen op de Pietersberg in Oosterbeek was hij direct van de partij en beleefde daar net als wij allen vele jaren een intens geluk van vrienschap en creativiteit, altijd weer. De Hervormde Synode, gestimuleerd door wijze mannen als Miskotte en Schroten (de eerste een hoogleraar in de dogmatiek in Leiden, de ander een dominee van de Gereformeerde Bond) wilde dat dichters, niet predikanten en onderwijzers, de nieuwe psalmberijming zouden maken, en nodigde ons, Klaas Heeroma, Guillaume van der Graft, Jan Wit, Ad den Besten en ondergetekende, jaren lang uit om onze vacanties door te brengen in Oosterbeek in het genoemde conferentieoord. Daar verdiepten wij ons, geadviseerd door theologen, Hebraïci, en muzikanten, eerst in het kostelijke werk van de psalmberijming, later ook van het nieuwe gezangboek. Jan Wit kon daar al zijn belemmeringen vergeten, helemaal zichzelf zijn en helemaal één van ons. Helemaal gelukkig praten en wandelen en eten en drinken, een en al vernuft en plezier en hartelijkheid en goedheid." (...)

In 1967 nam Jan Wit afscheid van de Waalse kerk in Nijmegen. In 1969 werd hem een eredoctoraat verleend in de theologie aan de rijksuniversiteit Groningen. In 1971 werd Jan Wit benoemd tot wetenschappelijk hoofdmedewerker in Groningen. Hij was daar als hvmnoloog aan het Liturgisch Instituut, waar hij tot 1979 voor werkzaam bleef."

In Groningen woonde hij en zijn tweede vrouw aan de Zonnelaan 311 in de wijk Paddepoel. Schulte Nordholt: "Zijn leven eindigde met een zucht, na een wandeling in de tuin, op 26 augustus 1980. Een paar dagen later werd hij begraven. Zijn vriend Willem Barnard [Guillaume van der Graft] voerde onvergetelijk het woord."

J.W. Schulte Nordholt.

Uit: Piet Calis. Het ondergronds verwachten . Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945. Meulenhoff, Amsterdam 1989. Blz 60. 

LC: "De interesse voor muziek was al vroeg aanwezig. Hij kreeg muzieklessen, was organist in Bussurn en speelde enige tijd in een professionele jazz-band. Op latere leeftijd begon Jan Wit aan een theologische studie in Utrecht, nadat hij staatsexamen gymnasium had afgelegd. In 1948 werd hij bevestigd als predikant van de Waalse gemeente in Nijmegen. Hij bleef daar tot 1967 toen hem eervol emeritaat werd verleend. Vier jaar later volgde de benoeming tot wetenschappelijk hoofdmedewerker in Groningen. Hij was daar als hvmnoloog verbonden aan het in 1963 gestichte Instituut voor Liturg ie wetenschap. In 1969 werd dr. Jan Wit een eredoctoraat verleend in de theologie. Jan Wit heeft veel gedicht en geschreven, werkte mee aan tal van radioprogramma's en hield veel lezingen. Vorig jaar nam hij afscheid van het Liturgisch Instituut in Groningen."

In Groningen opvolger Klaas Heeroma (Muus Jacobse).

Zonnelaan 311.
Begraven op Selwerderhof.

Over Jan Wit

Witboek voor een vijftiger. Opgedragen aan Jan Wit. Onder redactie van A. den Besten en J.W. Schulte Nordholt. Holland, Haarlem, [1964]. 139p. Uitgave ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de dichter-dominee Jan Wit.

Tjerk de Reus en Dirk Zwart (redactie). Laat ons het wagen met de hoogste worp. Jan Wit (1914-1980). Boekencentrum, Zoetermeer, 1999. 144p., [16]p. Met cd. Liter, jrg. 2, nr. 9.


naar boven



Dichtbundels:
[alleen werken van 6 of meer pagina's zijn opgenomen]

Bottende knoppen. [Met omslagtekening van G. Dekker]. K. Huisman Jz., Zaandam, 1945. 16p. Oplage 500 ex. Clandestien? De Jong nr. 948. Omdat de naam van de auteur en van de uitgever onverhuld in het boek staan afgedrukt is dit waarschijnlijk ná de bevrijding verschenen.

Rites de passage. Holland, Amsterdam, 1950. 38p. De Windroos nr. 7.

In den metalen stier. U.M. Holland, Amsterdam, 1954. 41p. De Windroos nr. 31. Bevat: Tussen duif en kanarie; Binnens- en buitenshuismuziek. 3de uitgebreide en gewijzigde druk 1956, 54p.

Revalidatie. Uitg. mij. Holland, Haarlem, 1962. 35p. De Windroos nr. 66.

Nederlandse gedachten en andere gedichten. Holland, Haarlem, 1965. 64p.

Terwijl ik wacht wat mij de wereld doet. Verzamelde gedichten. Bosch & Keuning, Baarn, 1982. 235p.

Liederen

Ministeriale. Geestelijke liederen om te zingen en te spelen met allerlei instrumenten. Ingeleid door Th.J.M.Naastepad. Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1966. 104p.


Over poëzie en/of liederen

K.H. Kroon, Jan Wit. Sterk als de dood. Leven, liefde en vergankelijkheid in de poëzie van Oud Israël (naar "Hooglied" en "Prediker"). [Meulenhoff], [Amsterdam], 1957. X, 40 p., [2] bl. pl. Poëzie der volkeren-reeks nr. 2; De ceder dl. 37.

Het lied en de kerk. Hymnologische opstellen. Instituut voor Liturgiewetenschap, Groningen, 1977. 342p. Studies van het Instituut voor Liturgiewetenschap nr. 3.

[A.C. Honders, R. Steensma en J. Wit]. Instituut voor liturgiewetenschap, Rijksuniversiteit Groningen. Instituut voor liturgiewetenschap, Groningen, [ca. 1979]. 28p.

Overige genres

Zie de Jan Wit-collectie, Koninklijke Biblotheek (Den Haag).

naar boven


Bloemlezingen:

Door Jan Wit medesamengestelde bloemlezing

Méér dan steen voelen. Een poëtische bloemlezing. Door J.W. Schulte Nordholt en Jan Wit. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1970. 67p. Verschenen t.g.v. het 75-jarig jublileum van de Nederlandse Blindenbond; ook buitenlandse dichters.

naar boven

Poëzie van Jan Wit is in deze bloemlezingen aangetroffen:

In aanbouw. Leopold/Manteau, Den Haag/Brussel, [1939].

Stroomgebied. Holland, Amsterdam, 1953.
Ongerijmde rijmen. Spectrum, Utrecht, 1954.
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Dl. 3: 1940-1955. Meulenhoff, Amsterdam, 1954.
Religieuze poëzie der Nederlanden. Spectrum, Utrecht/Antwerpen, [1954].
Vandaag. Bruna, Utrecht, 1954.
Vloedlijn. Bosch & Keuning N.V., Baarn, 1954.
Erts. Strengholt, Amsterdam, 1955.
De lichte muze. Bruna, Utrecht, 1956.
"Kom haastig!" Kok, Kampen, 1957.
Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen. Dl. 3: 1940-1957. Meulenhoff, Amsterdam, 1957 (herziene 2e herziene druk).
Stroomgebied, Holland, Amsterdam, 1958 (3de herziene druk).
1 pk. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1958.
Het schepnet. Tweede bundel. kok, kampen, 1958.
Nederlandse poëzie van de 20ste eeuw. Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen, [1958].
School der voordrachtskunst. J.B. Wolters, Groningen, 1959.

Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste herz. druk).
Het klein heelal. Meulenhoff, Amsterdam, 1960 2de, [gewijzigde] druk.
Ongerijmde rijmen. Spectrum, Utrecht, 1960. [3de vermeerderde druk].
De dichter en de dood. Bert Bakker / Daamen N.V., Den Haag, 1961 (3de gew. druk).
De muze op school. CPNB, [s.l.], 1961.
Het gevleugelde hobbelpaard. Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen, 1961.
Klaprozen. N. Samsom n.v., Alphen a/d Rijn, 1963.
Dichters Omnibus, 10e bloemlezing. ESSO Nederland, 's-Gravenhage, 1964 [= 1963].
De dichter en de muze. CPNB, [s.l.], 1964.
Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1964 (21ste druk).
Dichters Omnibus, 11e bloemlezing. ESSO Nederland, 's-Gravenhage, 1965 [= 1964].
Een duif daalt neer. Ten Have, Amsterdam, 1964.
Doorbroken grenzen. J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1967.
Om een bokaal vol wijn, Van Lindonk, Amsterdam, [1967].
Spiegel van de Nederlands poëzie 4. De hedendaagse dichters. Meulenhoff, Amsterdam, 1968.
Dichters van deze tijd. Van Kampen en Zoon, 1969 (22ste herz. druk).

Dichters omnibus. Achttiende bloemlezing. [Esso], [Den Haag], 1972 [=1971].
Het groot jaargetijdenboek. Uitgeverij Orbis en Orion, Beveren, 1971.
Een boekje vol poëzie. CPNB, [Amsterdam], 1972.

Het derde land. Van Walraven B.V., Apeldoorn, [1980].
Jazz in poëzie: instant composers gedichten. Elsevier Manteau, Amsterdam/Brussel, 1981.
Poëziebrevier. De Fontein, Baarn, 1981.
Uit de school geklapt. Koninklijke PBNA, Arnhem, 1983.
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Meulenhoff, Amsterdam, 5e editie, 1984.
Droggen zijn bedroom. Sijthoff, Amsterdam, 1984.
Gelezen worden ze ontelbare malen. Sijthoff, Amsterdam, 1986.

Wilminks keus II. Walvaboek, Laren, 1993.
Ik heb de liefde lief. Prometheus, Amsterdam, 1993.
Lachen mag van God. Bert Bakker, Amsterdam, 1997.
Het evangelie volgens dichters. Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam, 1999.

Symbolen & cimbalen. Mozaïek, Zoetermeer, 2000.
Gedichten voor het hart, Maarten Muntinga, Amsterdam, 2006.
Brandaan van de christelijke poëzie. Brandaan, Barneveld, 2008.

naar boven



Bronnen

Afkortingen: KBr en KBDH - Koninklijke Bibliotheek Brussel resp. Den Haag; LR - Lectuur Repertorium; PCG en PCNL - Poëziecentrum Gent resp. Nederland; s.n. / s.l. / s.a. - sine nomine / loco / anno = zonder naam [van uitgeverij] / plaatsnaam / jaartal.


* Foto uit Nieuwsblad van het Noorden, 29-08-1980. Fotograaf onbekend.

J.W. Schulte Nordholt. Levensbericht Jan Wit. Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1981 (1981).
http://www.dbnl.org/tekst/_jaa003198101_01/_jaa003198101_01_0027.php
J.W. Schulte Nordholt, 'Wit, Jan (1914-1980)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. [12-11-2013]
http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn4/wit

NN. Hymnoloog en dichter dr. Jan Wit overleden. Nieuwsblad van het Noorden, 27-08-1980.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011019149:mpeg21:a0081
NN. Dichter/theoloog Jan Wit overleden. Leeuwarder Courant, 27-08-1980.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010621490:mpeg21:a0194
Familie Wit-Ribbers. Overlijdensbericht. NRC Handelsblad, 28-08-1980.
[Achternaam weduwe hierin verkeerd gespeld als 'Wit-Rebbers'].
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027510:mpeg21:a0141
Herman Verbeek. Jan Wit behoorde tot de zwervende woord-zoekers. In Memoriam. Nieuwsblad van het Noorden, 29-08-1980.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011019151:mpeg21:a0049
Familie Wit-Ribbers. Familieberichtbericht. NRC Handelsblad, 24-09-1980.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000026992:mpeg21:a0098
Piet Calis. Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945. Meulenhoff, Amsterdam 1989. Blz. 55-89.
http://www.dbnl.org/tekst/cali002onde01_01/cali002onde01_01_0004.php
C. Bregman. Tekst en muziek van Jan Wit. Reformatorisch Dagblad, 08-12-1999.
http://www.rd.nl/oud/boek/boekku/991208boekli07.html
Pieter van der Ven. Jan Wit, de blinde dichter van het wit. Trouw, 29-12-1999.
https://www.trouw.nl/cultuur/jan-wit-de-blinde-dichter-van-het-licht~afde9e33/
Marten Mulder. Wit, Jan. Dodenakkers.nl, 21-07-2009.
http://www.dodenakkers.nl/beroemd/religie/212-wit.html
NN. Wit Jan. Protestant.nu, 23-02-2013.
http://www.protestant.nu/Encyclopedie/tabid/359/Page/Wit,%20Jan/Default.aspx

Boeken, brieven en/of materiaal van, over en/of aan Jan Wit bevinden zich (mogelijk) in:

British Library, Londen
Cageweb, Gent
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen
Groninger Archieven, Groningen
Koninklijke Bibliotheek, Brussel
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterenhuis Antwerpen
Literatuurmuseum, Den Haag
Poëziecentrum, Gent
Poëziecentrum Nederland, Nijmegen naar boven


deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners


© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2017

Webdesign Revan Barlas