Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

versie: 18-04-2014 - redacteur: P.J. Bakker
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


Kees Stip

Geboren te:
Veenendaal, 25-08-1913
Gestorven te:
Winschoten, 27-06-2001
Volledige naam:
Cornelis Jan Stip
Naamsvarianten:
C.J. Stip; C. Stip.
Pseudoniemen:
Trijntje Fop; Chronos; Katrijn;
McMesser; Nike; Keesje; Tips.



Kees Stip, circa 1960
Bron: Beeld en geluidwiki
http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/Kees_Stip

Zie ook: Groninger dichters

Biografische schets | Over Kees Stip | Films

Dichter, scenarist, jeugboeken-, toneel-, lied-, cabaret- en reclametekst-schrijver.

Cornelis Jan Stip werd geboren aan de Nieuweweg in Veenendaal (destijds gemeente Ede) als zoon van boekhouder Jan Stip en Ottolina Johanna Anbeek. Hij trouwt in 1961 in Londen met Marie Amélie Hubertine Hélène (Katja) Weijnen, die hij dan al 15 jaar kent.

Hij deed zijn eindexamen HBS in Amersfoort. Hij begint aan een studie klassieke talen maar stopt na zijn kandidaatsexamen. Als student leert hij Leo Vroman en Anton Koolhaas. Dan moet hij in militaire dienst.

Vanaf eind 1939 is hij gemobiliseerd als reserve-officier. In de meidagen van 1940 was hij in de Grebbelinie gelegerd. Na de capitulatie geraakte hij niet in krijgsgevangenschap.a In 1941 doet hij kandidaatsexamen klassieke talen en bestudeert hij het Sanskriet. In juni 1943 moeten de reserveofficieren zich melden om als krijgsgevangene naar Duitsland te worden weggevoerd. Stip duikt onder in Steendam, aan het Schildmeer, bij Siddeburen.

In Siddeburen was een bok
die machtsverhief en worteltrok.
Die bok heeft onlangs onverschrokken
de wortel uit zichzelf getrokken,
waarna hij zonder ongerief
zich weer in het kwadraat verhief.
Maar 't feit waardoor hij voort zal leven
is, dat hij achteraf nog even
de massa die hem huldigde
met vijf vermenigvuldigde.

Sinds 1978 staat er te Siddeburen een stenen bok met dit vers op de sokkel. Aanvankelijk stond het aan de Oudeweg, later is het verplaatst naar de hoek van de Poststraat.

In zijn onderduiktijd schreef hij cabaretliedjes voor Hetty Blok en voor Wim Ibo. Ook 'Dieuwertje Diekema', een parodie op 'Maria Lecina', een zeer bekende ballade van J.W.F. Weremeus Buning, was voor hen bedoeld:

Dieuwertje Diekema staat te draaien
In fil d’ecosse en crepe de chine,
En menig man gaat naar de haaien
Die Dieuwertje Diekema heeft gezien.

Het gedicht werd drie keer clandestien uitgegeven. De eerste uitgever wijzigde de titel en de subtitel, buiten medeweten van de auteur. De opbrengst van deze uitgave was bestemd voor een textielfonds voor onderduikers. De tweede clandestiene uitgever liet er iemand een voorwoord in schrijven dat deels gericht was aan de schrijver, nam een gefingeerde naam aan, de N.V. Douwe Diekema’s Uitgeversmaatschappij met als adres ‘Op de Elfstedengracht 333’ te Franeker en de derde clandestiene uitgever vond een gehectografeerde of gestencilde uitgave wel voldoende en veranderde ook de subtitel. Deze wijzigingen gebeurden zonder dat Stip er weet van had.1, 2

Na de oorlog schreef hij ook cabaretteksten voor Wim Kan en Joop Visser (Jaap Fischer).3

In 1945 kwam hij in dienst bij de legervoorlichtingsdienst en vervolgens bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Daardoor verhuisde hij in 1946 naar Den Haag. In 1948 betrok hij een etage aan het Noordeinde, boven de boekhandel/uit-geverij van L.J.C. Boucher, de uitgever van zijn vroege werk.

Zijn talent voor scenario en script schrijven kon hij volledig kwijt bij de RVD, maar ook als tekstschrijver voor de Polygoon journaals. Hij leverde daar de teksten voor de jaaroverzichten en zat 28 jaar in de redactie. Polygoon verzorgde nieuwsbulletins, die voor het begin van de hoofdfilm in de bioscopen vertoond werden. De stem van de nieuwslezer, Philip Bloemendal, was zeer karakteristiek. 4, 5

Trijntje Fop

Hij begon in 1952 onder het pseudoniem Trijntje Fop in de Volkskrant met een reeks 'dierengedichten' en publiceerde daar tot eind 1964 meer dan zeshonderd van. Steeds met als procédé een dier, een plaatsnaam en een verrassende taalvondst in de laatste regel. De dierengedichten zijn echte puntdichten: ze moeten het hebben van de point. Het begin is altijd rustig, bijna idyllisch, maar dan raakt de taal gestoord en loopt het met dier niet zo goed af.6

De dierenversjes zijn bijzonder vormvast. Er wordt nooit met het metrum gesmokkeld: de versregels hebben zonder uitzondering vier heffingen. Het rijmschema is gepaard rijm: AABBCC. Net als in een limerick wordt meestal ergens in het vers, vaak in de eerste regel, een plaatsnaam genoemd. De meeste Trijntje Fops bestaan uit zes regels; af en toe zijn het er acht en bij uitzondering een nog hoger even aantal of slechts twee.

Het pseudoniem verwijst naar de Trijntje Fop van 'Woutertje Pieterse' van Multatuli, en misschien ook naar Jean Foppen, de eerste man van zijn latere vrouw. Later werden Stips 'dierengedichten' zelfs 'foppen' genoemd.

De 'Trijntje Fop' die Stip in 1954 aan het roomse mandement 'De katholiek in het openbare leven' wijdt, wordt door de Volkskrant geweigerd.7

De muze van een ander

Hij gebruikte vaker 'de muze van een ander'. Hij dichtte dan in de trant van dichters als Herman Gorter, Martinus Nijhoff, J.H. Speenhoff, Jean de la Fontaine, Gerrit Achterberg ('Stipbreuk') en Joost van den Vondel.

'Stips navolgingen zijn zeker niet als kritiek of poging tot ridiculisering te beschouwen. Eerder zijn ze uit bewondering voortgekomen pogingen de bijzondere stilistische en thematische kenmerken van een aantal dichters op een humoristische maar technisch ook bloedserieuze wijze van een andere kant te laten zien'.8

Begin 1965 gaat hij als Trijntje Fop verder in het Elseviers Weekblad. Vanaf 1966 verschijnen er onder het pseudoniem Chronos elke dag kwatrijnen over een actueel onderwerp in De Tijd. Van 1988 tot 1992 schrijft hij wekelijks onder de titel 'Versvoetstoots' kwatrijnen bij de actualiteit in NRC Handelsblad.9

Zijn vrouw Katja Weijnen vertaalt, met zijn hulp, een aantal Dr. Seuss boeken (Groene eieren met ham) en illustreert Mijn beesten staan er gekleurd op. Dat kinderboek wordt in 1988 onderscheiden met de Zilveren Griffel. Vaak zijn Stips boeken rijkelijk geïllustreerd. Door hemzelf (Van aap tot zevenslaper) of door anderen.

Kees Stip trad op met light verse-dichters als Willem Wilmink, Drs. P en Jan Boerstoel. Door critici en collega dichters werd hij geprezen om zijn vormvastheid en taalvondsten. Hij kende honderden gedichten uit het hoofd en kon daar eindeloos uit citeren. Patty Scholten: 'Vaak biggelden daarbij de tranen over zijn wangen van ontroering'.

Stip en Mollepop

Patty Scholten: 'Op latere leeftijd begon Kees Stip sonnetten te schrijven. Hij wandelde elke dag door de bossen met zijn hond Mollepop en bedacht tijdens die wandeling de sonnetten. Hij onthield ze uit het hoofd, want hij had een hekel aan typen. Hij zelf vond die sonnetten zijn beste werk. Hij liet zich inspireren door jeugdherinneringen of kon ook fel uit de hoek komen over thema’s die hem na aan het hart lagen, zoals over de jacht10:

Daar komt wat uit de wal. Leg aan, leg aan!
Een leerling die voor loodgieter moet leren
gebruikt niet zoveel lood voor het plomberen
als hier in een klein beestje wordt gedaan.

De laatste vijfentwintig jaar van zijn leven woonde hij aan de Veenweg 5 in Laudermarke, gemeente Vlagtwedde, nabij Sellingen en de Duitse grens.

Tot op 85-jarige leeftijd leverde Kees Stip het blad De kleine aarde limericks. Hij overleed op woensdagavond 27 juni 2001 in het Lucas Ziekenhuis in Winschoten. Hij werd in Emmen gecremeerd.

Geridderd

In 1995 werd hij tot Ridder in de orde van Oranje Nassau benoemd.
Serieuze literaire prijzen - buiten de Zilveren Griffel voor een jeugdboek - heeft hij niet ontvangen.

Naar hem is wel de Kees Stip-prijs vernoemd. Deze is vanaf 1986 negen maal uitgereikt (het recentst in 2012) aan een dichter voor diens gehele oeuvre op het gebied van het lightverse. Aan deze prijs is geen geldbedrag verbonden. In zijn geboorteplaats Veenendaal is een plein naar hem vernoemd. Anno 2013 is aan dat plein een aantal culturele instellingen gevestigd. Ook zijn daar gedichten van en over Kees Stip aan te treffen. Op 20 januari 2001 werd een aan Kees Stip gewijde plaquette op de buitenmuur van zijn geboortehuis (Nieuweweg 66) onthuld11.

naar boven


Noten

a Dossier Kees Stip (1913-2001). Koninklijke Bibliotheek, 2013.
1 Colofon van Mag ik uw muze even lenen? Bert Bakker, Amsterdam 1989.
2 Dick Welsink, in de verantwoording van: Lachen in een leeuw, verzamelde gedichten. Verantwoording van Dick Welsink. Bert Bakker, Amsterdam, 1995.
3 Patty Scholten. 'Cornelis Jan Stip'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden, 2006-2007. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2008. Blz 131-138.
4 Ben Haveman. De Volkskrant, 04-11-1984.
5 Lien Heyting. NRC Handelsblad, 22-04-1983.
6 Kees Fens. De Volkskrant, 28-06-2001.
7 Henk van Gelder. 'Inventief puntdichter'. NRC Handelsblad, 29-06-2001.
8 Cees van der Pluijm in: Vier lichte letterheren. Schrijversprentenboek. Redactie Aad Meinderts en Dick Welsink. Letterkundig Museum / Thomas Rap, Den Haag / Amsterdam 1999.
9 Van der Pluijm.
10 Scholten.
11 Mats Beek. Kees Stip. http://www.schrijversinfo.nl/stipkees.html

naar boven


Over Kees Stip

Vier lichte letterheren. Schrijversprentenboek. Redactie Aad Meinderts en Dick Welsink. Letterkundig Museum / Thomas Rap, Den Haag / Amsterdam 1999. 121p. Verschenen bij de tentoonstelling over Godfried Bomans, S. Carmiggelt, Kees van Kooten en Kees Stip in het Letterkundig Museum in Den Haag van 16 april t/m 12 september 1999. Cees van der Pluijm schrijft in dit boek over Kees Stip.

Patty Scholten. 'Cornelis Jan Stip'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden, 2006-2007. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2008. Blz 131-138. Online op:
http://www.dbnl.org/tekst/_jaa004200701_01/_jaa004200701_01_0015.php


Zie ook: http://www.geschiedenis24.nl/dossiers/Polygoon-jaaroverzichten.html

naar boven


Films

Scenario en/of regie van Kees Stip

• De les van Londen (1948)
• De Staten Generaal (1951)
• Wij leven vrij (1952)
• De les van Londen (1952)
• De Watersnoodramp (1953)
• Il y aura toujours un lendemain (1954)
• De vlag (1955) 
• Doe het zelf (1961)

Bron: Mats Beek, 2013.
http://www.schrijversinfo.nl/stipkees.html

naar boven



Dichtbundels

1943-1959 | 1960-1979 | 1980-1999 | 2000 - heden
[alleen werken van 6 of meer pagina's zijn opgenomen]


1943-1959

Diewertje Diekema, een lied in ruim dertig verzen zonder refrein, onfatsoenlijke strekking of Spaansche woorden. Clandestiene uitgave van Uitgeverij J.C.M. van Rhee, Helmond, 1943. Oplage 200, 22p.

Dieuwertje Diekema, een lied in dertig verzen waar geen woord Spaansch bij is. [met een inleiding door J.W.F. Werumeus Buning, [Clandestien bezorgd door Chris Leeflang] N.V. Douwe Diekema’s uitgeversmaatschappij, Franeker, 1944. Oplage 200, 24p. Bibliografische referentie: De Jong 193.


Dieuwertje Diekema, een lied in negen en twintig verzen, vrij naar Maria Lécina. Clandestiene uitgave van K.C. van Boeschoten, ’s Gravenhage, 1944. 5p. Bibliografische referentie: De Jong 194."Gehectografeerd in een kleine oplage."

Dieuwertje Diekema, een lied in dertig verzen waar geen woord Spaansch bij is. [Met een inleiding van de schrijver]. L.J.C. Boucher, ’s Gravenhage, 1945. 24p. 2de druk 1946. 3de druk 1948. 4de druk 1952. 5de druk, 1954.
Bibliografische referentie: De Jong 192. "Het is een lied niet in 30 maar in 29 verzen. Gedrukt door N.V. Joh. Enschedé en Zn. te Haarlem."
Afgebeeld is omslag 3de druk.
   
Diewertje Diekema. Geknipt door Tom van Weerden. De Oude Degel, Eemnes, 1982. 63p. Oplage van 100 [= 101] exemplaren, genummerd I-X, 1-80 en gemerkt A-K. Herdruk van de oorspronkelijke bundel uit 1943. Prijs: fl. 50,-.

Dieuwertje Diekema. Een lied in dertig verzen waar geen woord Spaansch bij is. Geknipt door Tom van Weerden. Bert Bakker, Amsterdam, 1983. 63p. Oplage 4100. Herdruk van boek uit 1943.



                                                                                        naar boven

 







Vijf variaties op een misverstand. Dat is de droevige geschiedenis van Pyramus en Thisbe behandeld in de trant van enige Nederlandse dichters. Boucher, 's-Gravenhage, 1950 [1949]. 83 p. 4de druk 1957.
Herdruk in Dieuwertje Diekema / Vijf variaties op een misverstand / Beestachtigheden, 1967.
NPE: KBDH meldt bij eerst druk 1950 [1949]. Brinkman's meldt als eerste druk: 1950. Herziene herdruk verschenen als Zes variaties op een misverstand [etc.]. Bert Bakker, Amsterdam, 1984. 61p.

Ballade van de honderd vrijers. [met illustraties van C.J. Kelfkens]. L.J.C. Boucher, ’s Gravenhage, 1951. 24p. Tweede druk 1968.




Afgebeeld is omslag 2de druk.                                            naar boven

De dierkundige dichtoefeningen van Trijntje Fop. [uit Pennewips nalatenschap vergaard, met tekeningen van Bertram] L.J.C. Boucher, [’s Gravenhage], maart 1955. 120p. 2de druk Augustus 1955. 3de druk 1956. 4de druk 1958.

Beestachtigheden. [Vignetten van Jean Paul Vroom] L.J.C. Boucher, ’s Gravenhage, 1956. 90p. Herdruk in Dieuwertje Diekema / Vijf variaties op een misverstand / Beestachtigheden, 1967.





11 dierkundige oefeningen van Trijntje Fop, een partituur. Donemus, Amsterdam, 1957. 23p.

Ezelsoor. [Omslagontwerp Jenny Dalenoord]. Nederlandse Boekverkopersbond, [Amsterdam], 1957. 24p. Uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Nederlandsche Boekverkopers Bond.




naar boven

1960-1979

Zoo Zoo. Nieuwe beesten van Trijntje Fop. In alfabetische volgorde verzameld. Naar het leven vertekend door Ted Schaap. L.J.C. Boucher, ’s Gravenhage, 1960. 105p.



Het Testamentum Tudderense of Printing came from Holland. [t.g.v. het Tiende Internationale Drukkerscongres, een mystificatie en reconstructie van een gefingeerd testament van Gutenberg]. Proost en Brandt, Amsterdam, 1960. 14p.

Vis a vis. Nieuwe beesten van Trijntje Fop. In alfabetische volgorde verzameld door Kees Stip. Naar het leven getekend door Jan Kuiper. Boucher, Den Haag, [1962]. [122] p.


Piet Pelle’s ruimtereis. [tekeningen Guus Boissevain] Gazelle Rijwielfabriek, Dieren, 1963. 32p.

Piet Pelle. De schildpad en de haas. Tekeningen Guus Boissevain. [Gazelle Rijwielfabriek], [Dieren], 1964. 32p.


                                                                                naar boven

De peperbek. Met beestachtige cartoons van Ton Hoogendoorn. Boucher paperbacks. L.J.C. Boucher, Den Haag, 1966. 102p. Tekst op omslag: De peperbek en andere beesten.




   
Dieuwertje Diekema / Vijf variaties op een misverstand / Beestachtigheden [verzamelbundel van drie eerder verschenen werken] L.J.C. Boucher, Den Haag, [1967]. 190p. Titel op omslag Diewertje Diekema / Vijf variaties op een misverstand / Beestachtigheden.



De peperbek en andere beesten. [Illustraties Ton Hoogendoorn]. [Boucher], [Den haag], 1967. [12]p. Verscheen bij gelegenheid van de opening van de Haagse kantoorboekhandel De peperbek op 28 april 1967.

naar boven

1980-1999

Beestenboel van Trijntje Fop. Illustraties van Nico Visscher. Elseviers literaire serie. Elsevier Manteau, Amsterdam [etc.], 1981. 160p. Herdruk van Dierkundige dichtoefeningen, Beestachtigheden, Vis à vis, Zoo Zoo, en De peperbek in één band. 2de druk 1982. 3de druk 1982.



Dames, dames... Tien limericks. De Oude Degel, Eemnes, 1981. Oplage 150. 16p.

Mensen wat ’n beesten. Met een voorrede en illustraties van de auteur. Bert Bakker, Amsterdam, 1982. 80p. Oplage 4500.





B is het boekje. De Oude Degel, Eemnes, 1982. Oplage 150. 29p.

naar boven

Drie werelden. De Oude Degel, Eemnes, 1982. Oplage 50. 8p.

Van aap tot zevenslaper. Het alfabed opgeschud door Trijntje Fop. [Met tekeningen van de auteur] Bert Bakker, Amsterdam, 1983. 80p. Oplage 3500.





 
Au! De rozen bloeien. Sonnetten van bedreigd geluk. Bert Bakker, Amsterdam, 1983. 104p.





                                                                                naar boven

Holle bolle Gijs. [sonnetten en kwatrijnen op personen en toestanden in Den Haag en op het omliggende platteland, opgedragen aan Gijs van der Wiel bij zijn afscheid als hoofdvoorlichter van 's lands verlichte hoofden, kort na de idus van maart mcmlxxxiii. De Oude Degel, Eemnes, 1983. Oplage 100. 13p.

Een mooie melkkoe en andere beesten. [met ill. van de auteur] Bert Bakker, Amsterdam, 1984. Oplage 3000. 79p.





                                                                                naar boven

Zes variaties op een misverstand. Dat is de droevige geschiedenis van Pyramus en Thisbe behandeld in de trant van enige Nederlandse dichters. [Eerder verschenen o.d.t.: Vijf variaties op een misverstand]. Bert Bakker, Amsterdam, 1984. Oplage 4000. 61p.


 
Nu stoppen de muizen op tijd. Bert Bakker, Amsterdam, 1985. 79p. Oplage 2500.





                                                                                naar boven

De mens in het beest (of omgekeerd). Rijm en onrijm over dier en ondier. [genummerde en gesigneerde ex.] De oude degel, Eemnes, 1985. Oplage 150. 16p.

Een kind met kikkerpoten. Lof van het moedernaakte vaderland. Bert Bakker, Amsterdam, 1987. 96p.





                                                                                naar boven




Het grote beestenfeest. De beste Trijntje Fops aller tijden
. Bert Bakker, Amsterdam, 1988. 257p. Oplage 3100. Uitgegeven ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de dichter. Gedeeltelijk eerder verschenen in: Beestenboel van Trijntje Fop. Elsevier Manteau, Amsterdam [etc.] 1981.
Herdrukgegevens op bundelpagina.


 
Mag ik uw muze even lenen? Parodieën. Met de muzen van Gerrit Achterberg, Aeschylus, Seth Gaaikema, Herman Gorter... Dieuwertje Diekema. Vijf variaties op een misgreep.
Zes variaties op een misverstand.
[Tekstbezorging Dick Welsink]. Bert Bakker, Amsterdam, 1989. 62p.

Herdruk van eerder verschenen bundels.
                                                                                naar boven

Groninger Kwatrijnen. [Geschreven in opdracht van de Stichting Herfstschrift] De Vier Seizoenen, Groningen, 1991. Leporello, Oplage 50. 16p.

Kwatrijn door Katrijn. [Uitg. ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van de dichter. Oorspr. verschenen in: Elseviers Weekblad. 23 jrg., no. 23, 10 juni 1967] De uitvreter, Leiden, 1993. Oplage 80. 1 blad.

Lachen in een leeuw. Verzamelde gedichten. Bezorgd door Dick Welsink. Bert Bakker, Amsterdam, 1993. 445p. 2de druk 1994. 3de druk 1994. 4de druk 1995.




                                                                                naar boven
Hij dicht zo licht, 3 ons gedichten. Afgewogen door Dick Welsink. Ooievaar, Amsterdam, 1996. 218p. Gedeeltelijk eerder verschenen in: Lachen in een leeuw. Verzamelde gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 1995. 4e druk.




Ogotogot en Van je ras ras ras [Keerdruk met: Ogotogot] De uitvreter, Zoeterwoude, 1997. Oplage 75. 12p.

Allemachtig... Kees Stip LXXXV. Aangeboden door collega-dichters, een editeur en een uitvreter. [Met bijdragen van Drs. P ... et al.]. De Uitvreter, Zoeterwoude, 1998. [16]p. Uitgave ter opluistering van de 85e verjaardag van Kees Stip op 25 van augustus 1998. Oplage van 60 genummerde ex. Omslagtitel: Allemachtig... Kees Stip 85.
 
Geen punt. [Persoonlijke herinneringen, bespiegelingen en gedichten] Bert Bakker, Amsterdam, 1998. 127p.





                                                                                naar boven

2000 - heden






Drs. P & Kees Stip. Sven de bevrijder / De drie levens Blekebeen. een kat heeft er negen. Illustraties Aad Bijloo / Tekening van Nico Visscher. Liverse, Dordrecht, 2005. Keerdruk. 51p; 33p. Tweede druk 2009.
De Volkskrant: In de literaire nalatenschap van Kees Stip is de trilogie 'Drie levens van Blekebeen' gevonden. De nog nooit eerder gepubliceerde (strip) verhalen over de belevenissen van pater Blekebeen. Met tekeningen van Nico Visscher.

                                                                                naar boven

Verzamelstip I. Trijntje Fop, Klaziena Veen en De Verloren Dochter. Medewerker: N.H. Visscher. Liverse, Dordrecht, 2006. 205p.




Brandpunt. De Zeeuwse diergedichten. [Uitg. t.g.v. de 50e verjaardag van Elly Brand op 16 jan. 2011. Teksten ontleend aan: Het grote beestenfeest. – 2009] Den Haag, 2011. Oplage 10. 8p.

Bruiloft met Stip. Zeeuwse en Haagse dierengedichten. [Uitg. t.g.v. het zilveren huwelijk van het Haagse bruidspaar Ofkje Teekens en Kees Paling op 14 april 2012. Teksten ontleend aan: Het grote beestenfeest. Oplage 10.

Beestenboel van Trijntje Fop en Drie levens van Blekebeen. Het Nederlands Stripmuseum. [Uitgegeven ter gelegenheid van de expositie '50 jaar Vis, 50 jaar fris' in het Nederlands Stripmuseum in Groningen, februari 2013. Keerdruk met: Drie levens van Blekebeen. 63p. Oorspr. verschenen in keerdruk met: Sven de bevrijder / door: Drs. P. ill.: Aad Bijloo. - Dordrecht : Liverse, 2005] Groningen, 2013. [Illustraties Nico Visscher] 155p.

VerzamelStip II. Een wormstekige verzameling. Illustraties Nico Visscher. Liverse, Dordrecht, augustus 2013. 210p.





naar boven


Jeugdboeken (o.a.)

yes Sijmen kan rijmen. [Illustraties Thomas Koolhaas]. Bert Bakker, Amsterdam, 1985. 47p.





   
Mijn beesten staan er gekleurd op. Illustraties Katja Stip. Bert Bakker, Amsterdam, 1986. 64p. Zilveren griffel 1988.






naar boven


Bloemlezingen:

Poëzie van Kees Stip is in deze bloemlezingen aangetroffen:

Kompas der Nederlandse letterkunde. De Bezige Bij, Amsterdam, 1947.

Spiegel van de Nederlandse poëzie. Dl. 3: 1940-1955. Meulenhoff, Amsterdam, 1954.
Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen. Dl. 3: 1940-1957. Meulenhoff, Amsterdam, 1957 (herziene 2e herziene druk).
Lachen is leven. 'Utrecht’, Utrecht, 1958.
1 PK. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1958.
School der voordrachtskunst. J.B. Wolters, Groningen, 1959.

Het gevleugelde hobbelpaard. Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen, 1961.
Dichters en gedichten. Malmberg, 's-Hertogenbosch, 1965.
Een wereld van woorden. Deel 1, Tjeenk Willink, Zwolle, 1966.
Spiegel van de Nederlands poëzie 4. De hedendaagse dichters. Meulenhoff, Amsterdam, 1968.

Het Paard. L.J. Veen, Wageningen, 1971.
Een boekje vol poëzie. CPNB, [Amsterdam], 1972.
Is deze ook goed meneer? Bert Bakker, Amsterdam, 1972.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1979.

Aarts' Letterkundige Almanak voor het boekenjaar 1983. Aarts, Amsterdam, 1982.
Het berijmd beroepen boekje. De Fontein, Baarn, 1982.
Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten. Elsevier Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 1982.
Ik wou dat ik twee hondjes was. Bert Bakker, Amsterdam, 1983 (6de vermeerderde druk).
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Meulenhoff, Amsterdam, 5e editie, 1984.
Droggen zijn bedroom. Sijthoff, Amsterdam, 1984.
Literair Akkoord 27. Bruna, Utrecht/Aartselaar, [1984].
200 Sonnetten. Sijthoff, Amsterdam, 1985.
Aarts' letterkundige almanak voor het J. Slauerhoffjaar 1986. Aarts, Amsterdam, 1985.
het treffendste uit vijf jaar De Tweede Ronde. Bert Bakker, Amsterdam, 1985.
Klasseboek. Wolters-Noordhoff, Groningen, 1986.
Dichters over dichters. Sijthoff, Amsterdam, 1986.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1987 (8e herziene druk).
Het geld dat spant de kroon. De Bezige Bij, Amsterdam, 1987.
Ons poëtisch Nederland. Vroom & Dreesmann, [Amsterdam], 1987.
Een kind, een kind is zoveel meer. Bosch & Keuning, Baarn, 1987.

Poezen in de poëzie. Elmar, Rijswijk, 1990.
De vier jaargetijden. Kwadraat, Utrecht, 1991.
Met mijn valies vol dromen. Vroom & Dreesmann, [Amsterdam], 1991.
Paardenliefde. Elmar, Rijswijk, 1991.
Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992. 6e editie.
Ik heb de liefde lief. Prometheus, Amsterdam, 1993.
De heren van Den Haag zijn onderweg. Sdu, 's-Gravenhage, 1993.
En verder is hier alles prachtig. Kwadraat, Utrecht, 1993.
Maria. Contact, Amster­dam/Antwerpen, 1993.
O, reisgenoten op dit narrenschip. Bert Bakker, Amsterdam, 1993.
Dichters van deze tijd. Poëziecentrum, Gent, 1994 (25e druk).
Dag in, dicht uit. Inmerc, Wormerveer, 1994.
Kinderen. Prometheus, Amsterdam, 1994.
Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1994 (3de verbeterde druk).
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen zo bitter, bitter liefgehad. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 1995.
Hand in hand in hand. Lannoo, Tielt, 1995.
Met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn. Averbode, Averbode, 1996.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1996 (10e herziene druk).
Dat schitterende water. BZZTÔH, 's-Gravenhage, 1996.
Dieren. Prometheus, Amsterdam, 1996.
Hi-Ha-Hondelul en andere sportpoëzie. Thomas Rap, Amsterdam, 1996.
Ik wou dat ik twee hondjes was. Ooievaar, Amsterdam (18e druk, 1997).
Het Hogere Noorden. Passage, Groningen, 1997.
Lachen mag van God. Bert Bakker, Amsterdam, 1997.
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1998 (18e druk).
De mooiste gedichten over Den Haag. Kok, Kampen, 1998.
Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Bert Bakker, Amsterdam, 1998.

Drugs. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2002.
Het is vandaag de datum. Poëziecentrum, Gent, 2002.
Het lichte gedicht. Podium, Amsterdam, 2002.
Utrecht. De stad in gedichten. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2002.
Amsterdam. De stad in gedichten. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003.
Groningen. De stad in gedichten. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003.
Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 2004.
Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst. Balans, Amsterdam, 2005.
Ik blijf zijn kind, al word ik eeuwenoud. Kok, Kampen, 2006.
Verjaardagsvers. Kleine Uil, Groningen, 2007.
Zo klinkt dus weggesmeten geld. Mouria, Amsterdam, 2007.
Het verre gedicht. Podium, Amsterdam, 2008.
M'n opa.... Prometheus, Amsterdam, 2008.
Zoekt ge het geitje wit of zwart overal met kloppend hart? [Norbert de Vries], Goirle, 2008.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. Prometheus, Amsterdam, 2012 [=2011].

terug naar boven



Bronnen

Afkortingen: KBr en KBDH - Koninklijke Bibliotheek Brussel resp. Den Haag; LR - Lectuur Repertorium; PCG en PCNL - Poëziecentrum Gent resp. Nederland; s.n. / s.l. / s.a. - sine nomine / loco / anno = zonder naam [van uitgeverij] / plaatsnaam / jaartal.


Beeld en geluidwiki: Kees Stip
http://www.beeldengeluidwiki.nl/index.php/Kees_Stip
DBNL: Kees Stip
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=stip001
Mats Beek, Schrijversinfo.n, 2013: Kees Stip.
http://www.schrijversinfo.nl/stipkees.html
Koninklijke Bibliotheek. Dossier Kees Stip (1913-2001).
http://www.kb.nl/dossiers/schrijvers/kees-stip-1913-2001
Lectuur-Repertorium. Deel 3. A.S.K.B., Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, Antwerpen/Tilburg, 1954.
Lectuur Repertorium 1952-1966. Deel 3. A.S.K.B./Nederland's Boekhuis, Antwerpen/Tilburg, 1970.
Lectuur Repertorium 1967-1978. Deel 3. Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Bibliotheekvoorziening, Den Haag/Antwerpen, 1981.


Boeken, brieven en/of materiaal van, over en/of aan Kees Stip bevinden zich in:
British Library, Londen
Koninklijke Bibliotheek, Brussel
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterenhuis Antwerpen
Letterkundig Museum, Den Haag
Poëziecentrum Gent
Poëziecentrum Nederland

terug naar boven


deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas