|
|||||||||||||||||||||
versie: 16-11-2016 - door Willem Huberts, m.m.v. Bart FM Droog
Dichter, prozaïst, journalist en uitgever. Van hem zagen vijf romans en zeven dichtbundels het licht. Verder publiceerde hij in totaal vele honderden gedichten, novellen en essays in diverse tijdschriften. Daarnaast bleef veel werk ongepubliceerd: toneelstukken, novellen, gedichten en essays. Tussen 1933 en 1941 maakte hij deel uit van de redactie van Volk en Vaderland, het weekblad van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland (NSB). Hij bekleedde onder meer langdurig de functie van hoofdredacteur. Dertien jaar lang, van 1932 tot 1945, was hij eigenaar en directeur van de bekendste Nederlandse nationaal-socialistische uitgeverij: De Amsterdamsche Keurkamer. Biografie
Tussen 1935 en 1968 publiceerde hij zes dichtbundels: De jonge leeuw (1935), Het erf aan zee (1938), Jong groen om den helm (1942), Bloed in de sneeuw (1943), De ballade van de dode Viking (1956) en Man vrouw kind (1968). Onder het pseudoniem Jan van de Wolk verscheen in 1962 een bundel limericks, Zettericks van alle seizoenen.
Tot 1945 zou hij bij zijn eigen uitgeverij sterk ideologisch bepaalde dichtbundels en essays van zichzelf publiceren. Bij zijn uitgeverij verscheen in 1935 zijn eerste dichtbundel, De jonge leeuw. Voor het merendeel bevat dit werk politieke strijdpoëzie. In 1938 verscheen zijn dichtbundel Het erf aan zee, in 1942 Jong groen om den helm en in 1943 Bloed in de sneeuw. In september 1942 werd hij als lid van de NSB geroyeerd. Zijn hoofd-redacteurschap van De Misthoorn heeft zodoende slechts enkele weken geduurd. Kettmann zag zich na zijn royement gedwongen om onder Duitse bescherming als oorlogsverslaggever (Kriegsberichter) naar het Oostfront te verdwijnen, teneinde uit de wraakzuchtige handen van de NSB te blijven. Tot oktober 1943 zou hij als oorlogsverslaggever werkzaam blijven. Hoewel er na deze gebeurtenissen nog enkele literaire publicaties van hem het licht zagen, was feitelijk zijn rol als propagandist van de Nieuwe Orde in de Nederlandse letteren uitgespeeld. Kettmann werd in 1955 in vrijheid gesteld, nadat hij tweederde van zijn straf had uitgezeten. In totaal was hij zeven jaar gedetineerd: een jaar in België en aansluitend zes jaar in Nederland. Tijdens zijn gevangenschap heeft hij veel literair werk geproduceerd: proza, poëzie en drama. Ook schreef hij tijdens zijn detentie twee autobiografische terugblikken.[5] Een voorbeeld van de categorie drama is het toneelstuk Inge, door een onderzoeker genoemd 'een van de "beste" nationaalsocialistische stukken'.[6] Al in 1956 verscheen zijn eerste nieuwe boekpublicatie, het omvangrijke gedicht De ballade van de dode Viking. Het werd in de kritiek negatief ontvangen. Uit beide geschriften blijkt dat hij zijn ideologische denkbeelden in genen dele verloochend heeft. Kettmann was en bleef nationaal-socialist.[7] Ook zijn in 1969 gepubliceerde dichtbundel Man vrouw kind toont dit.
noten
In de bloemlezingen: Over de kling. Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1956.
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:
|
|||||||||||||||||||||