Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

versie: 08-10-2015 - redacteur: P.J. Bakker
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


A. van Collem

Geboren te:
Rotterdam, 13-10-1858
Gestorven te:
Heemstede, 03-11-1933
Volledige naam:
Abraham Eliazer van Collem
Naamsvarianten:
Abraham van Collem; A.E. van Collem; Abraham E. van Collem
Pseudoniemen: Lodewijk Gangwater;
Bram Westergeest

Foto: A. van Collem, c. 1925.


Zoon van Eliazer van Collem en Jetta Vroman. Gehuwd te Amsterdam op 20 augustus 1890 met Henriette Prins, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg.

Biografische schets

De socialistische dichter Abraham Eliazer van Collem werd op 13 oktober 1858 in de Rotterdamse joodse buurt geboren. Na een minimale schoolopleiding kwam hij, net als de meesten van zijn buurtgenoten, in de textielbranche terecht. Hij zou er zijn hele leven in blijven werken. Eerst in de handel, vervolgens als zelfstandige met een groothandel en later - na ernstige financiële moeilijkheden - als handelsreiziger. Nog in 1930 liep hij in Parijs met monsters van stoffen de handelaren af.

Van Collem - die in 1890 trouwde met Henriette Prins - verhuisde in 1895 met zijn gezin naar Amsterdam. Zijn gedichten krabbelde hij in versleten orderboekjes op. De pogroms in de jaren tachtig in Rusland maakten een diepe indruk op hem. Ten bate van de vluchtelingen schreef hij een reeks beschouwingen, die in 1891 onder de titel Russische melodieën werden gepubliceerd. Ook schreef hij in het Centraal blad voor Israëlieten in Nederland beschouwingen over de vernieuwing van het Jodendom.1

Hoewel zijn dichterschap pas laat tot volle ontplooiing kwam, had Van Collem als jongen van vijftien jaar al zoveel literaire belangstelling dat hij Multatuli durfde opzoeken toen deze in Rotterdam was. Een ontmoeting die zijn leven een beslissende wending gaf. Het was vooral zijn schoonvader die het creatieve genie en de joodse dichterlijke stem in Van Collem ontdekte.

Na het bijwonen van een lezing van Henriëtte Roland Holst over Thomas More en het socialisme was Van Collem socialist geworden. Binnen de SDAP behoorde hij tot de radicaal-marxistische richting. Tussen 1900 en 1910 nam hij afstand van de sociaaldemocratie, die naar zijn mening te reformistisch was geworden. Geïnspireerd door de revolutie in Rusland werd hij communist, maar bij een partij heeft hij zich waarschijnlijk niet meer aangesloten.2

Van Collem was een selfmade man, die door zijn gebrekkige opleiding oneindig veel heeft moeten bijspijkeren. Hij publiceerde feuilletons en gedichten in De Kroniek, in Heijermans' De Jonge Gids (de getto-gedichten van 'Jodenbuurt'), in De Nieuwe Tijd (waaraan hij van 1903 tot 1921 meewerkte) en in De Nieuwe Amsterdammer. Een aantal van deze gedichten is opgenomen in de bundel Van Stad en Land (1906). Zijn eerste belangrijke bundel Liederen van Huisvlijt (1917) verscheen toen hij al bijna zestig jaar oud was. Daarna volgden in snel tempo andere liederenbundels, met als laatste het grote dichtwerk God. Een gedicht (1930).3

Van Collem is wel 'proletarisch dichter' genoemd. Anders dan zijn grote leermeesters Henriëtte Roland Holst en Herman Gorter was hij dat maar voor een klein deel van zijn oeuvre. Gedichten als 'Gebed te Waalwijk' en 'Slachtveld' zijn beroemd geworden en ontbraken op geen voordrachtavond van de arbeidersbeweging en in komen veel in bloemlezingen voor.4

Zelf zag hij wel de betrekkelijkheid van zijn teksten. Van Collem schreef ook gedichten die door hun abstractie nauwelijks voor arbeiders te begrijpen waren.5

Abraham van Collem overleed op vrijdag 3 november 1933 te Heemstede. Hij is begraven op de Joodse Begraafplaats (graf C-77-29) aan de Googweg in Muiderberg.6


Over A. van Collem
 
J. Meijer. ‘Mozes, Marx of de Muze’, in: Waar wij ballingen zijn (1968), p. 35-55;
 
J. Meijer. Ventende profeet, het Joodse dichterschap van A. van Collem (1980).
 
Ph. van Praag, ‘Collem, Abraham Eliazer van’, in: Biografisch Woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland, dl. 3 (1988), p. 29-31.

naar boven



Dichtbundels:
[alleen werken van 6 of meer pagina's zijn opgenomen]

Van stad en land. W.L. & J. Brusse, Rotterdam, 1906. 90p.

Drie verzen voor Richard N. Roland Holst. Naar aanleiding zijner nieuwe wandschilderingen in den A.N.D.B. Fortuyn, Amsterdam, 1913. 7 p.
 
Liederen. Deel 1. Liederen van huisvlijt. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1917. 100p.
 
Liederen. Deel 2. Liederen der gemeenschap. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1918. 94p.
 
Liederen. Deel 3. Opstandige liederen. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1919. 104p.
 
Nieuwe liederen der gemeenschap. Deel 4. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1920. 78p.
 
Van God en de natuur. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1921. 90 p. Online op DBNL.
 
Liederen der gemeenschap. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1922. 72 p.
 
Van de nieuwe gemeenschap der menschen. Een gedicht. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1924. 91p. Online op DBNL. Op rug en omslag: "A. van Collem. Verzamelde gedichten."
 
De soldaten. Een visioen. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1927. 23p. Online op Delpher.
 
God. Een gedicht. Querido, Amsterdam 1930. 99p.
 
Bloemlezing uit de gedichten. Samengesteld door E. Vos-van Collem. Met een woord vooraf van Henriëtte Roland Holst. Querido, Amsterdam 1932. 72 p.
Online op: http://www.dbnl.org/tekst/coll001evos01_01/

 
Een bloemlezing uit zijn gedichten. Samengesteld door Adriaan Morriën. Van Oorschot, Amsterdam 1955. 139p.

Liederen. Een selectie uit Liederen van huisvlijt (1917). Samenstelling P.J. Bakker.
Nederlandse Poëzie Encyclopedie, Eenrum, 2013. 28p.
www.nederlandsepoezie.org/jl/2013/collem_liederen.pdf



naar boven


Bloemlezingen:

Poëzie van A. van Collem is in deze bloemlezingen aangetroffen:

Nieuwste Nederlandsche Lyriek. Tjeenk Willink & Zn., Haarlem, 1910.
Zelfkeur. Bloemlezing uit het werk van een aantal letterkundigen. Tweede reeks. Eerste bundel, Mij. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam, 1918.

Dichters na '80. Tjeenk Willink, Zwolle, 1922.
Dichters van dezen tijd
. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1923 (11de herziene druk).
Bloemlezing van revolutionaire poëzie. Centrale van Arbeiders-jeugdverenigingen, Amsterdam, 1923.
De bloeiende bongerd. J.B. Wolters U.M., Groningen/Den Haag, 1925 (3de herz. druk).
Lyriek. Tjeenk Willink, Zwolle, 1928.
De Nederlandsche dichtkunst sinds 1880. Wolters, Groningen/Den Haag, 1929.

naar boven

Moderne lyriek. Bigot en Van Rossum, Amsterdam. [1935].
Een wandeling door de Nederlandsche poëzie. Uitgeverij Ploegsma, Zeist, [1937].
Stekelbaarzen en hekelvaerzen. Bigot & Van Rossum, Amsterdam, [1938].
Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1939 (13de herziene druk).
Spiegel van de Nederlandsche poëzie door alle eeuwen. De Spieghel, Amsterdam, 1939.
Hollands Helicon. J.L. van Schaik, Bepk., Pretoria (Z.A.), 1940.

Dichters over bloemen. In den Toren, Naarden, [1941].
Het kind in de poëzie. Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1941 (3e vermeerderde druk).
Muziek en poëzie. Van Loghum Slaterus', Arnhem, 1941.
Lof van den Arbeid. Querido, [Amsterdam], [1943].
De Muze en het ambacht. CPNB, [s.l.], 1949.
Religieuze poëzie. De Tijdstroom, Lochem, [1949].

Feesten der Kerk. De Bezige Bij, Amsterdam, 1950; 4de gewijzigde druk.
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Dl. 1: 1100-1900. Meulenhoff, Amsterdam, 1955 (3e herziene druk).
Met twee maten. Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1956.
Beeldende poëzie. De natuur. Stafleu, Leiden, [1959].
Muziek en poëzie. Bruna, Utrecht, 1959 (tweede [gewijzigde] druk).

naar boven

Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste druk).
Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1964 (21ste druk).
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Deel 2, Meulenhoff, Amsterdam, 1965 (5e herziene druk).

Is deze ook goed meneer? Bert Bakker, Amsterdam, 1972.
Een moederhart, een gouden hart. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1973.
Al bleef ik eeuwig ongelezen. Bert Bakker, Den Haag, 1974.
Dichters van vroeger. Van Kampen & Zoon/Standaard, Amsterdam/Antwerpen, 1977.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1979.

Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten. Elsevier Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 1982.
Het zwarte schaap der schepping. Bosch & Keuning, Baarn, 1982.
200 Sonnetten. Sijthoff, Amsterdam, 1985.
Gelezen worden ze ontelbare malen. Sijthoff, Amsterdam, 1986.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1987 (8e herziene druk).

naar boven

Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992. 6e editie.
Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1994 (3de verbeterde druk).
Gij blijft in mijn gedachten. Kwadraat, Utrecht, 1995.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1996 (10e herziene druk).
Lachen mag van God. Bert Bakker, Amsterdam, 1997.
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1998 (18e druk).
Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Bert Bakker, Amsterdam, 1998.

Geur van honing en jonge melk. Kwadraat, Utrecht, 2000.
Het monster van de oorlog. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2004.
Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 2004.
Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst. Balans, Amsterdam, 2005.

naar boven



Bronnen

Afkortingen: KBr en KBDH - Koninklijke Bibliotheek Brussel resp. Den Haag; LR - Lectuur Repertorium; PCG en PCNL - Poëziecentrum Gent resp. Nederland; s.n. / s.l. / s.a. - sine nomine / loco / anno = zonder naam [van uitgeverij] / plaatsnaam / jaartal.


De collectie A.E. van Collem (manuscripten, correspondentie en knipselarchief) bevindt zich in Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (Den Haag).

1 Joods Historisch Museum [JHM] : Abraham van Collem
http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/personen/c/collem,+abraham+van
2 DBNL: A. van Collem
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=coll001
3 JHM
4 Wereldoorlog 14-18: A. van Collem. http://www.wereldoorlog1418.nl/oorlogsverzen/gedichten/gedicht-collem-slachtveld.html
5 Instituut voor Sociale geschiedenis: A. van Collem
http://www.iisg.nl/bwsa/bios/collem.html
6 Hans Heesen, Harry Jansen en Ed Schilders. Waar ligt Poot? Over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. De Prom, Baarn, 1997.

Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland
: A. van Collem
http://socialhistory.org/bwsa/biografie/collem
Lectuur-Repertorium. Deel 3
. A.S.K.B., Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, Antwerpen/Tilburg, 1954.
Rottend Staal
(2005): A. van Collem
http://www.epibreren.com/rs/collem.html


Boeken, brieven en/of materiaal van, over en/of aan A. van Collem bevinden zich in:
British Library, Londen
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterkundig Museum, Den Haag
Poëziecentrum Gent
Poëziecentrum Nederland

naar boven


deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

De Nederlandse Poëzie Encyclopedie heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Aan hen die desondanks menen aanspraak te maken op enig recht, wordt verzocht contact op te nemen met de redactie.



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013


Webdesign Revan Barlas