Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

versie: 02-03-2017 - redacteur: Bart FM Droog
Biografie | Dichtbundels |Bloemlezingen | Google | Bronnen


Jan Campert


Geboren te:
Spijkenisse, 15-08-1902
Gestorven te:
Neuengamme (D), 12-01-1943
Volledige naam:
Jan Remco Theodoor
Naamsvarianten:
Jan R.Th. Campert; Th. Campert
Pseudoniemen:
-



Bron scan rechts:
www.literatuurplein.nl

Zoon van Petrus Remco Campert, arts, en Johanna Maria Anna van Hall. Gehuwd op 08-02-1928 met Wilhelmina (Joekie) Broedelet, (1903-1996), actrice. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren: Remco Campert. Na echtscheiding (19-02-1932) gehuwd op 16-09-1936 met Clara Hendrika Catharina Clémentine Hélène (Clara) Eggink, schrijfster. Dit huwelijk, waaruit geen kinderen werden geboren, werd ontbonden op 16-01-1939.

Dichter, prozaïst, vertaler en journalist.

Jan Campert groeide op in Westkapelle, waar zijn vader in 1905 tot dorpsarts benoemd werd. Daar leerde hij de latere auteur en piloot Jons Viruly kennen (1905-1986).
Hij bezocht van 1915 tot 1918 de gemeentelijke HBS met driejarige cursus in Vlissingen. In 1918 werd hij ingeschreven als leerling van de tweejarige handelsdagschool, die hij in het tweede jaar verliet voor een baan bij de Twentsche Bank, waar hij tot 1926 werkzaam was. Daarna beproefde hij zijn geluk in de journalistiek, aanvankelijk in plaatselijke en in streekbladen. In 1927 kwam hij in dienst bij De Nieuwsgier. Dagblad voor Westelijk 's-Gravenhage, een krant die op 19 november van dat jaar begon te verschijnen. Deze breidde haar terrein van verspreiding uit tot Den Haag en omstreken en zag het licht op 29 januari 1929 onder de titel De Nieuwsbron. Algemeen Nederlandsen Dagblad. Een belangrijk deel van Camperts werkzaamheden werd besteed aan kritische beschouwingen over toneel. [1]

In 1929 verscheen bij de zeventigste verjaardag van Willem Kloos een 43 pagina's tellende feestbundel getiteld Willem Kloos. 1859-6 mei-1929 / Willem Kloos en wij / Een teruggang? Bestaande uit drie teksten, geschreven door achtereenvolgens Alfred A. Haighton, Jan Campert en  Khouw Bian Tie*.

 
* Nederlands Architectuur Instituut, 2012: * "(...) Khouw Bian Tie,  die een bekend econoom was en directeur van het International Monetary Fund (IMF) in Washington" - i.v.m. een ontwerpopdracht te Semarang, 1961. http://zoeken.nai.nl/CIS/project/16568.
 

Later verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij voor verschillende kranten schreef. [1]

Ook werkte hij als criticus mee aan verschillende tijdschriften als De Gids, Groot Nederland, Nederland, De Tooneelspiegel. Aan literaire bladen als Helikon en Criterium droeg Campert gedichten bij, nadat in 1922 het debuut was gemaakt in de in samenwerking met Henrik Scholte tot stand gekomen bundel Refereinen. [1]

Verzetswerk en gevangenschap

Campert hielp joden die naar België probeerden te ontkomen. Samen met een journalist van de Bredasche Courant, Martien Nijkamp, begeleidde hij in de zomer van 1942 joodse vluchtelingen naar de Belgische grens, waar zij door zogeheten 'passeurs' over de grens werden geholpen en voorzien werden van nieuwe identiteitspapieren. Vanaf Turnhout moesten ze op eigen gelegenheid verder reizen. Ze moesten 300 gulden betalen voor deze operatie. Toen Campert en Nijkamp op deze manier ongeveer twintig joodse vluchtelingen hadden helpen ontsnappen, ging het mis. Op 21 juli 1942 werden Campert en Nijkamp gearresteerd met de man die naar België wilde vluchten, Frans van Raalte. Iemand had de Sicherheitspolizei getipt. De drie mannen werden naar de gevangenis in Breda gebracht, waar Van Raalte dezelfde dag zelfmoord pleegde. Campert zat eerst drie maanden gevangen in Breda en kwam via het gevangenkamp Haaren en het doorgangskamp Amersfoort uiteindelijk, net als Martien Nijkamp, terecht in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Op 6 januari 1943 schreef hij zijn laatste briefkaart, waarin hij zijn moeder verzocht om toezending van warme kleren en zware schoenen. Hij wilde graag een warme pullover, omdat het koud was en hij pijn voelde in zijn borst. Zes dagen later, op 12 januari 1943 bezweek hij op veertigjarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking. Zo luidt de officiële verklaring. [2]

Volgens Clara Eggink, in Leven met J.C. Bloem, is Campert naar aller waarschijnlijkheid verraden door de auteur en nazi-propagandist Jan van Rheenen. Zij kenden elkaar als regelmatige bezoekers van het Haagse etablissement De Posthoorn. Bij het naoorlogse proces tegen hem ontkende Van Rheenen het veraad. De zaak is onopgelost gebleven.

Na zijn dood

  Rebel, mijn hart, gekerkerd en geknecht,
die aan de tralies van den al-dag rukt;
weest om uw tijdlijk lot geenszins bedrukt,
al zijn de kluisters hard, de muren hecht.

Want in den aanvang werd het u voor-zegd,
dat het aan enkelen steeds is gelukt
het juk te breken, dat hun schouders drukt,
laat dus niet af maar vecht en vecht en vecht.

Breekt uit en blaast de doove sintels aan,
die zijn verdoken onder 't rookend puin;
vaart stormgelijk over den lagen tuin,
die Holland heet; slaat doodlijk toe en snel,
opdat het kwaad schrikk'lijk zal ondergaan,
o hart, mijn hart, o bloedroode rebel.



Jan Campert
Geschreven in 1941 of 1942.

De invloed van Jan Campert is minder toe te schrijven aan zijn gehele letterkundige produktie dan aan twee gedichten daaruit: het veertiende sonnet 'Rebel, mijn hart, gekerkerd en geknecht' in Sonnetten voor Cynara (1942) en 'De achttien dooden', dat voor het eerst verscheen in het ondergrondse Vrij Nederland van 21 februari 1943, waarna het weldra als rijmprent - met een tekening van Fedde Weidema - door een nieuwe, clandestiene uitgeverij, door Utrechtse studenten gesticht, werd uitgebracht en in ruime kring verspreid en verkocht. Het zou het begin betekenen van het met veel succes zich doorzettende illegale uitgeversbedrijf De Bezige Bij, dat na het succes met de rijmprent met talrijke bibliofiele en literaire uitgaven veel geld kon inzamelen voor verzetswerk. [1]

 

Het lied der achttien dooden

Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.

O lieflijkheid van licht en land,
van Holland's vrije kust,
eens door den vijand overmand
had ik geen uur meer rust.
Wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind,
hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdlen strijd.

Ik wist de taak die ik begon,
een taak van moeiten zwaar,
maar't hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geeerd,
voordat een vloekbre schennershand
het anders heeft begeerd.

Voordat die eeden breekt en bralt
het miss'lijk stuk bestond
en Holland's landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond;
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk Germaansch gerief
ons volk dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.

De Rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie,
- zoo waar als ik straks dood zal zijn
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
en slapen mag met haar-
verwerp al wat hij biedt
of bood die sluwe vogelaar.

Gedenkt die deze woorden leest
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan 't allermeest
in hunnen rampspoed groot,
gelijk ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk
- er daagt een dag na elken nacht,
voorbij trekt iedre wolk.

Ik zie hoe't eerste morgenlicht
door 't hooge venster draalt.
Mijn God, maak mij het sterven licht
- en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
als 'k voor de loopen sta.


Na de bevrijding zou 'De achttien dooden' misschien wel het bekendste verzetsgedicht blijven, dat steeds weer op scholen en bij herdenkingen werd voorgedragen of voorgelezen. Op 18 augustus 1947 werd bij een besluit van de gemeenteraad in Den Haag de Jan Campertstichting in het leven geroepen, die door middel van jaarlijks uit te reiken prijzen een 'blijvende herdenking aan de strijd der Nederlandse letterkundigen in de jaren1940- 1945 ' wilde bewaren. [1]

Omstreden?

In 2005 verscheen in het NRC een artikel waarin Jan Campert van verraad in Neuengamme werd beschuldigd. Campert zou hiervoor zelfs door medegevangenen zijn vermoord. De vraag kwam naar voren of het beroemde gedicht over de achttien doden nog wel geloofwaardig kon zijn. Remco Campert betoogde dat het gedicht onschuldig was. Men vroeg zich ook af, of de Jan Campertstichting niet van naam zou moeten veranderen. Een onderzoek van de gemeente Den Haag toonde echter aan dat er geen enkel bewijs was voor verraad door Campert, noch dat hij vermoord zou zijn door medegevangenen. De stichting behield haar naam, Campert werd gerehabiliteerd. [3]

In 2005 verscheen echter een artikel in het NRC waarin voormalige verzetsstrijder Gerrit Kleinveld verklaarde dat hij van Jan van Bork (medegevangene in Neuengamme) gehoord had dat Campert vermoord is door medegevangenen. Hij zou namen van de geheime kampraad aan de Duitsers hebben gegeven om zo een betere behandeling te krijgen. Naar aanleiding van deze beschuldiging heeft de gemeente Den Haag een onderzoek gestart, hieruit bleek dat Campert niet is vermoord, maar is gestorven aan tuberculose en dat van Bork niet bij Campert in een barak heeft gezeten. [4]
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/oorlog/55018-jan-campert-als-verzetsstrijder.html


Zie ook:
http://vorige.nrc.nl/krant/article1638355.ece/Jan_Campert_geen_verrader


Over Jan Campert

Han G. Hoekstra. Over Jan Campert. W.L. Salm & Co., Amsterdam, 1946. Omvang: 64 p. Biografie.

Diverse auteurs. In memoriam Jan Campert. Overleden 12 januari 1943. [Inleiding: Clara Eggink; met bijdragen van Jan van den Bracken Vloedt ... et al.]. Stols, 's-Gravenhage, 1947. Omvang: 26 p. Oplage van 300 ex.


Hans Renders. Wie weet slaag ik in de dood. Biografie van Jan Campert. De Bezige Bij, Amsterdam, 2004. Omvang: 479 p., [16] p. pl.


[C.G.M. Noordam]. Rapport inzake Jan Campert. Gemeente Den Haag, Bestuursdienst, Directie Haags Gemeente Archief, Den Haag, 2005. Omvang: 41 p. Een versie staat online op:
http://www.denhaag.nl/home/bewoners/de-gemeente-Den-Haag/Ris/document/Onderzoek-inzake-Jan-Campert-1.htm

naar boven



Dichtbundels:

Refereinen. Verzen. [Door] Henne Scholte en Jan R.Th. Campert. Van Kampen & zoon, Amsterdam, 1922. Omvang: 70 p. Henne Scholte = Henrik Scholte.

Verzen. [s.n.],  Maastricht,  1925. Omvang: 53 p. Druk: C. Nypels op de persen van Leiter-Nypels. Drukkersmerk Charles Nypels, door S.H. de Roos, in goud op omslag. Letter: Erasmus-Mediaeval. Titelpagina in zwart en rood. Franse titel, deeltitels, kopjes en nummering in de marge in rood. Initialen, door S.H. de Roos, in rood. Portret door Wybo Meijer, lijncliché. Oplage: 250 genummerde exemplaren, waarvan 30 niet in de handel; vijftien op naam gedrukte exx. werden met de hand in leer gebonden door J. Wansink.
Eén bron meldde: Boosten en Stols, Maastricht 1925 [herdruk 1926?].

De bron. Verzen. Trajectum ad Mosam nr. 19. A.A.M. Stols, Bussum, 1927. Omvang: 35 p. Druk: Boosten & Stols o.l.v. A.A.M. Stols. Seriemerk Trajectum ad Mosam, door J. van Krimpen, in rood op omslag en titelpagina. Uitgeversmerk A.A.M. Stols in rood in colofon. Letter: Erasmus Mediaeval. Titelpagina in zwart en rood. Opdracht, kopjes, eindregel en deeltitel in rood. Oplage: 200 exx.; 1-10 op Japans; 11-200 op geschept van Pannekoek; 7-10 en 151-200 voor de dichter en de uitgever.

Het verliefde lied en andere verzen. A.A.M. Stols, Maastricht / Brussel, 1928. Omvang: 38 p. Druk: Boosten & Stols. Uitgeversmerk A.A.M. Stols in rood op omslag, titelpagina en in colofon. Letter: Erasmus Mediaeval. Titelpagina en inhoudsopgave in zwart en rood. Opdracht, deeltitels en kopjes in rood. Oplage: 315 exx.; I-XV op Hollands, I-V niet in de handel; 1-300 op Engels, 1-30 niet in de handel.

Verwilderd landschap. Gedichten. Leopold, 's-Gravenhage, 1936. Omvang: 40 p.

Huis en herberg. Gedichten. Helikon. Jrg. 11, no. 15 (mei 1941). Stols, Rijswijk, 1941. Omvang: 42 p. Opl. van 300 ex.

Sonnetten voor Cynara. Stols, 's-Gravenhage, 1942.  Omvang: XX genummerde pagina's; in totaal [29] p. Gezet uit de cursieve letter van Claude Garamond en gedrukt in Dec. 1941 o.l.v. A.A.M. Stols op de persen der N.V. Drukkerij Trio te 's-Gravenhage in een opl. van 500 ex.
3de [uitgebreide] druk 1945. Omvang [32] p. "Uitgave is de eerste, welke het sonnet "Rebel, mijn hart..." bevat dat door den dichter om politieke redenen uit de vorige drukken werd weggelaten."
(4e druk LM, 1994).

De achttien dooden. [De Bezige Bij, Utrecht],  [1943].  Omvang: 1 blad, eenzijdig bedrukt. Rijmprent, met tekening en vignet van Coen van H., d.i. Fedde Weidema.

Verzamelde gedichten, 1922-1943. [Redactie G.H. 's- Gravesande]. Stols, 's-Gravenhage, 1947. Omvang: VIII, 375 p. Naast de gewone opl. verschenen 50 genummerde ex. gedrukt op Hollandsch papier.

Wie weet slaag ik in de dood. Een keuze uit zijn gedichten gemaakt door Remco Campert en ingeleid door Clara Eggink. Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1962. 191p. Ooievaar nr. 154.

Het onontkoombaar lied. Gedichten van Jan Campert uit de periode 1933-1942, aangevuld met een herdenkingsvers van Remco Campert en van een nawoord voorzien door Harry Scholten. De Bezige Bij, Amsterdam, 1985. 47p. BB Poëzie.

Dat ik van binnen brand. Een keuze uit de gedichten. Samenstelling en nawoord Hans Renders. De Bezige Bij, Amsterdam, 2004. 95p.

naar boven


Proza

Het Chineesche mysterie. 'n Nederlandsche detective-roman. Door Jan R. Th. Campert en Ben van Eysselsteyn; geïll. door Karel van Seben. Strengholt, Amsterdam, [1932]. Omvang: 175p.

Die in het donker .... [Omslag: J.P.J. Franken Pzn.]. Leopold,  's-Gravenhage, 1934. Omvang: [III], 270p. Roman.

Wier. Leopold, Den Haag, 1935.  Omvang: 301 p. Roman. 2de druk 1947. Omvang 214p.
In 1937 verscheen Havet tier. Roman. [oversat efter den hollandske Original-Udg. "Wier" af Hedda Syberg], København. De Deense vertaling van Wier.

Drie novellen. De getuige. Deez' kleine hand. Onweer. Egbert Eewijck. Jan Campert. M. Vasalis. Red. Emmy van Lokhorst en Victor E. van Vriesland. Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, Amsterdam, 1940. Omvang: 139p. Bevat: De getuige van Egbert Eewijck. Deez' kleine hand van Jan Campert. Onweer van M. Vasalis. Boekenweekgeschenk 1940.

Slordig beheer. [Omslag van H. Salden]. Leopold, 's-Gravenhage, 1941.  Omvang: 85p.

naar boven


Bloemlezingen:

Poëzie van Jan Campert is in deze bloemlezingen aangetroffen.

Erts. Letterkundige Almanak 1926. S.L. van Looy, Amsterdam, [1925].
Nieuwe geluiden. Van Loghum Slaterus en Visser, Arnhem, 1927 (3e vermeerderde druk).
Lyriek. Tjeenk Willink, Zwolle, 1928.
Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1929 (12de herziene druk).

naar boven

Prisma. De Waelburgh, Blaricum, [1930].
Nieuwe geluiden
. Van Loghum Slaterus', Arnhem, 1932 (4de herz. druk).
Kent uw dichters! Meulenhoff, Amsterdam, [1933].
Nieuwste dichtkunst. Bigot en Van Rossum, Amsterdam, [1934].
Kristal. Letterkundige productie 1935. De Spieghel/Het Kompas, Amsterdam/Antwerpen, [1935].
Jonge most. Van Dishoeck, Bussum, [1936].
De Dichters van het Jaar. Bigot en Van Rossum, Amsterdam, 1937.
Nieuwste dichtkunst. Bigot & Van Rossum N.V., Amsterdam, 4de [verm.] druk [c. 1938].
Ons koninklijk huis van 1880 tot 1938. Leidsche Uitgeversmaatschappij, Leiden, 1938.

naar boven

Dichters van dezen tijd. Oogst 1940. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1941.
Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1941 (14de herziene druk).
Ons volk. Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, [1941].
Twee lentes. A.A.M. Stols, Rijswijk, 1941.
Moderne Nederlandsche religieuze lyriek. De Tijdstroom, Lochem, [1942], 2de herziene druk.
Twee recht, twee averecht. De Driehoek, 's-Graveland, [1942].
Geuzenliedboek. Eerste vervolg. Najaar 1943.
Berijmd verzet. september 1944.
Geuzenliedboek. Tweede vervolg. lente 1944.
Geuzenliederen
. febr. 1944.
Het vrij Nederlandsch liedboek. De Bezige Bij, Utrecht, april 1944.
Vier jaar ... [Buijze],  [Noordwijk], [1944].
Geuzenliedboek 1940-1945 (blz 33, 104-1, 149-2). Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 1945.
Verzet en Poëzie. Ad.M.C. Stok, Zuid-Hollandsche U.M., Den Haag, 1945.
Herrijzenis. Drukkerij Trio, 's-Gravenhage, 1945.
Dichters om Oranje. Hollandia, Baarn, 1946.
De dichter en de dood. W. de Haan N.V., Utrecht, 1946.
Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1947 (15de herziene druk).
Dichterkeur. L. Stafleu, Leiden, 1949.

naar boven

Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1950 (17de herz. druk).
Liefdespoëzie
. Bron N.V., Assen, [1950].
Dichters van dezen tijd. P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1951 (achttiende [herziene] druk).
Spiegel van de Nederlandse poëzie door alle eeuwen. Dl. 2: 1900-1940. Meulenhoff, Amsterdam, 1953.
Kleine literatuurgeschiedenis in verzen. Wereldbibliotheek-vereniging, Amsterdam/Antwerpen, 1953.
Dichters Omnibus. Een bloemlezing. ESSO Nederland, 's-Gravenhage, 1955 [= 1954].
Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1954. (19de herz. druk).
De muze zwerft door Nederland. VBBB, [Amsterdam], 1956.
Nederlandse poëzie van de 20ste eeuw. Het Spectrum, Utrecht / Antwerpen, [1958].

naar boven

Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste druk).
Nieuwe griffels schone leien. Bert Bakker /Daamen/De Sikkel, Den Haag/Antwerpen, 1960 (5e herziene druk).
De dichter en de dood. (versie Chr. Leeflang). Bert Bakker / Daamen N.V., Den Haag, 1961. (3de herz. druk).
Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1964 (21ste druk).
V in Vers, Sijthoff, Leiden, 1965.
Dichters van deze tijd. Van Kampen en Zoon, Amsterdam, 1969 (22ste herz. druk).

Is deze ook goed meneer? Bert Bakker, Amsterdam, 1972.
Groot Gezinsverzenboek. Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1976.
Dichters van deze tijd. P.N. van Kampen & Zoon/Standaard uitgeverij, Amsterdam/Antwerpen, 1977. 23ste herziene druk.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1979.
Spiegel van de Nederlandse poëzie. [Dl.2:] Dichters van de twintigste eeuw. Meulenhoff, Amsterdam, 1979.

naar boven

Ik ben genoemd meisje en vrouw. Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1980.
De Dood. Thomas Rap, Baarn, 1980.
De stad. Een bloemlezing. Erven Thomas Rap, de Heerdt / Baarn, [1981].
De Tuin. Een bloemlezing. Erven Thomas Rap, de Heerdt / Baarn, [1981].
Poëziebrevier. De Fontein, Baarn, 1981.
Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten. Elsevier Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 1982.
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Meulenhoff, Amsterdam, 5e editie, 1984.
200 Sonnetten. Sijthoff, Amsterdam, 1985.
Dichters door dichters. BZZTÔH, 's-Gravenhage, 1986.
Dichters over dichters. Sijthoff, Amsterdam, 1986.
Gelezen worden ze ontelbare malen. Sijthoff, Amsterdam, 1986.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1987 (8e herziene druk).
Ons poëtisch Nederland. Vroom & Dreesmann, [Amsterdam], 1987.
V in Versvorm. Sijthoff, Amsterdam, 1988.
Ik word als een van dezen. BZZTÔH, 's-Gravenhage, 1989.

naar boven

Poëzie als wapen. Boekencentrum, 's-Gravenhage, 1990.
Amsterdam dus. Thomas Rap, Amsterdam, 1991.
Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992. 6e editie.
Groot verzenboek. Lannoo/Anthos, Tielt/Baarn, 5e herziene druk, 1992.
Slapen gaan misschien zelfs dromen. Kwadraat, Utrecht, 1993.
Ik heb de liefde lief. Prometheus, Amsterdam, 1993.
En verder is hier alles prachtig. Kwadraat, Utrecht, 1993.
Ik bemin u teder. Kwadraat, Utrecht, 1994.
Geen dag zonder liefde. De Bezige Bij/Poëziecentrum, Amsterdam/Gent, 1994.
De mooiste gedichten over verzet en bevrijding. Kok, Kampen, 1994.
O wereld, jij zingt, speelt en lacht. Kwadraat, Utrecht, 1994.
Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1994 (3de verbeterde druk).
Gij blijft in mijn gedachten. Kwadraat, Utrecht, 1995.
Die dag in mei vergeet ik niet. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 1995.
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen zo bitter, bitter liefgehad. Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 1995.
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw. Bert Bakker, Amsterdam, 1996 (10e herziene druk).
Dat schitterende water. BZZTÔH, 's-Gravenhage, 1996.
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. Bert Bakker, Amsterdam, 1998 (bl, 18e druk).
Groot verzenboek. Lannoo, Tielt, 8e herziene druk, 1998.
Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Bert Bakker, Amsterdam, 1998.
Het evangelie volgens dichters. Lannoo/Atlas, Tielt/Amsterdam, 1999.
Zee & land. De gezamenlijke Zeeuwse boekhandels, [s.l.], 1999.

naar boven

Geur van honing en jonge melk. Kwadraat, Utrecht, 2000.
Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten. Bert Bakker, Amsterdam, 2004.
De Wadden in gedichten. Uitgeverij 521, Amsterdam, 2004.
Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst. Balans, Amsterdam, 2005.

naar boven

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen. Prometheus, Amsterdam, 2012 [=2011].
De Nederlandstalige poëzie in pocketformaat. Compaan uitgevers, Maassluis, 2012.

naar boven



Bronnen

Afkortingen: KBr en KBDH - Koninklijke Bibliotheek Brussel resp. Den Haag; LR - Lectuur Repertorium; PCG en PCNL - Poëziecentrum Gent resp. Nederland; s.n. / s.l. / s.a. - sine nomine / loco / anno = zonder naam [van uitgeverij] / plaatsnaam / jaartal.


[3] Antiqbook. Jan Campert - biografie en bibliografie
http://www.antiqbook.info/nl/verzamelen/literatuur/campertj.phtml
Mats Beek. www.schrijversinfo.nl: Jan Campert
http://www.schrijversinfo.nl/campertjan.html
[2] Jan Campert Stichting: Jan Campert
http://www.jancampertstichting.nl/cms/Jan-Campert-stichting/jan-campert1/
DBNL: Jan Campert
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=camp014
[1] H.A. Wage. 'Campert, Jan Remco Theodoor (1902-1943)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. 1989/2012
http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/campert
Clara Eggink. Leven met J.C. Bloem. Athenaeum - Polak & van Gennep, 1991. 185p. 5de druk (eerste druk 1977).
NN. [Over] Het lied 'de achttien dooden'. Verzetsmuseum, Amsterdam, 2017.
https://www.verzetsmuseum.org/jongeren/februaristaking/achttien_dooden

Boeken en brieven van, over en/of aan Jan Campert bevinden zich in:

British Library, Londen
Koninklijke Bibliotheek, Brussel
Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Letterenhuis Antwerpen
Literatuurmuseum, Den Haag
Poëziecentrum, Gent
Poëziecentrum Nederland, Nijmegen

naar boven


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:



Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners


© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2012-2017

Webdesign Revan Barlas